In 2020 besteedden de Belgische huishoudens 18,1% van hun budget aan voeding, drank en tabak. In 2018 was dat nog 16%. Aan groenten en fruit werd respectievelijk 26 en 10% meer geld besteed. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau, op basis van een enquête bij 6.000 Belgische huishoudens. Deze tweejaarlijkse enquête wordt onder andere gebruikt als input voor de actualisering van de indexkorf en voor de schatting van de consumptieve bestedingen van de huishoudens van de nationale rekeningen.
De Belgische huishoudens besteedden in 2020 gemiddeld 35.209 euro, de Vlaamse 36.447 euro, de Waalse 34.096 euro en de Brusselse 32.057 euro. In 2018 bedroegen de uitgaven van Belgische huishoudens gemiddeld 35.764 euro. In Vlaanderen ging het om 36.895 euro, in Wallonië om 34.589 euro en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om 33.356 euro.
Een Belgisch huishouden liet in 2020 gemiddeld zo’n 1.550 euro achter in de horeca. In 2018 ging het nog om gemiddeld 2.350 euro, een daling met één derde. Afhaalrestaurants of horecazaken die maaltijden aan huis leverden, zagen een sterke stijging: huishoudens spendeerden er gemiddeld 200 euro, of een verdrievoudiging tegenover 2018. We kookten meer zelf, en dat zorgde voor 18% meer uitgaven aan vlees, groenten en aardappelen.
In totaal werd per huishouden zo’n 5.600 euro besteed aan voeding en niet-alcoholische dranken. In zowat alle subcategorieën werd meer geld uitgegeven: +26% aan groenten, +23% aan koffie, +15% aan vis en schaaldieren, +12% aan vlees, +10% aan melk, +10% aan fruit en +6% aan brood en graanproducten.
Bron: Statbel