Sea-Intelligence wijst op de verschillende aanpak van de containerrederijen op de daling van de vraag begin 2020 als gevolg van de uitbraak van de Covid-19-pandemie en op de recente ineenstorting van de vraag naar containers die in september begon en aanhield tot eind 2022.
In het eerste geval, aldus Sea-Intelligence, hebben de carriers snel gereageerd door de lijnvaartcapaciteit te verminderen in een tempo dat overeenkwam met de daling van de vraag, meldt container-news.com
"Dit betekent dat de rederijen duidelijk zowel het vermogen als de bereidheid hadden om de capaciteit op tactisch niveau aan te passen, teneinde de bezettingsgraad van de schepen op peil te houden," aldus de Deense analisten.
In het tweede geval, aldus Sea-Intelligence, was de structurele marktsituatie, eind 2022, relatief ongewijzigd ten opzichte van 2020 en als zodanig moet worden aangenomen dat de containerrederijen eind 2022 nog steeds hetzelfde vermogen hebben als in 2020 om de capaciteit te verminderen in overeenstemming met de ingestorte vraag.
De rederijen lijken ervoor te hebben gekozen geen gebruik te maken van hun optie om de capaciteit te verminderen in reactie op de huidige inzinking van de vraag. In tegenstelling tot het scenario in 2020 is er geen duidelijke correlatie tussen veranderingen in de vraag en veranderingen in de capaciteit tegen het einde van 2022.
Het patroon is hetzelfde voor Azië-Europa als voor de Transpacific. Tijdens de vroege pandemische fase werd de capaciteit zeer effectief aangepast aan de daling van de vraag, maar tegen eind 2022 wijkt de trend van de vraagkrimp drastisch af van die van de capaciteitsinkrimping.
"Dit kan alleen maar gezien worden als een keuze van de carriers," aldus Alan Murphy, CEO van Sea-Intelligence. "Een keuze om de overcapaciteit te laten voortbestaan is ook een keuze voor een lage bezettingsgraad en dus voor een verdere daling van de vrachttarieven. Dit is een gedrag dat we onder een ander woord kennen: een prijzenoorlog," besloot hij.