Met de concrete uitwerking van het noodfonds sierteelt en aardappelen die afgelopen vrijdag werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering kunnen bij deze zwaar door de coronamaatregelen getroffen sectoren de grootste verliezen binnen een redelijke termijn opgevangen worden. Dit zal de getroffen aardappel- en siertelers toelaten de blik terug op de toekomst te richten.
De Vlaamse Regering besliste ook definitief om 23,5 miljoen euro extra vrij te maken voor rechtstreekse steun. De land- en tuinbouwsector die in de nasleep van de coronacrisis af te rekenen heeft met moeilijke prijsvorming kan zo rekenen op een extra liquiditeitsinjectie in het najaar.
De sierteeltsector ondervond onmiddellijk zeer grote gevolgen van de preventieve maatregelen die genomen werden om de verspreiding van de coronapandemie in te dijken. Hun afzet ging zo goed als volledig op slot. Ook aardappeltelers zagen de marktprijs voor niet gecontracteerde aardappelen voor verwerking instorten door het wegvallen van grote events en de sluiting van de horeca. Beide sectoren werden zo geconfronteerd met onverkoopbaar product dat niet kwaliteitsvol bewaard kon worden tot aan de geleidelijke heropening van hun afzetkanalen. Beide sectoren keken dus aan tegen aanzienlijke verliezen door gemaakte kosten die niet gerecupereerd konden worden via de verkoop en bijkomende kosten die gemaakt moesten worden om onverkoopbaar product correct af te voeren. Verliezen die ook hun toekomstperspectief bedreigden.
De Vlaamse Regering heeft eerder de nood in deze sectoren erkend door voor beide sectoren principieel een compensatie te voorzien via het Vlaams noodfonds van respectievelijk 25 miljoen euro voor sierteelt en 10 miljoen euro voor aardappelen. Vandaag besliste ze al over de concrete uitwerking ervan, waardoor de getroffen bedrijven nu snel hun aanvraag tot compensatie kunnen indienen en binnen een redelijke termijn een deel van de geleden schade vergoed zullen zien. We rekenen op een eenvoudige aanvraagprocedure die een snelle verwerking van de individuele dossiers moet verzekeren die zich vertaalt in een vlotte uitbetaling van de compensatie.
Met deze tussenkomst vanuit het Vlaams noodfonds wordt ook een gelijk speelveld met de Nederlandse collega’s verzekerd. Een absolute noodzaak, omdat beide sectoren sterk vertegenwoordigd zijn in zowel Vlaanderen en Nederland. De Nederlandse overheid had ook al een belangrijke tussenkomst in de verliezen van beide sectoren toegezegd. Europa heeft hier nagelaten zijn rol te spelen. Gelukkig erkende de Vlaamse Regering wel de ernst en het belang van een adequate regeling voor beide sectoren.
Europa biedt de lidstaten wel enige flexibiliteit om zelf ondersteuning te bieden aan de land- en tuinbouwsector. In het kader van de geboden flexibiliteit heeft Vlaanderen bijkomend beslist de voorziene 10 % modulatie van pijler 1 middelen naar pijler 2 in 2021 niet door te voeren. Hierdoor komen 23,4 miljoen euro extra middelen in pijler 1 die pro rata worden verdeeld over de toeslagrechten. Dit biedt een extra liquiditeitsinjectie via de rechtstreekse steun in het najaar voor de brede land- en tuinbouwsector die in de nasleep van de coronacrisis af te rekenen heeft met moeilijke prijsvorming.
“De meest acute en grootste impact wordt met deze snelle uitwerking tijdig gelenigd bij de zwaarst getroffen sectoren. Rekening houdend met de algemeen moeilijke prijsvorming in de brede land- en tuinbouwsector in de nasleep van de coronacrisis biedt de extra rechtstreekse steun in het najaar enig soelaas. We vragen wel verder de vinger aan de pols te houden en zo nodig bijkomende maatregelen te nemen om de nasleep op te vangen. We rekenen er ook op dat de land- en tuinbouwsector als essentiële sector volwaardig meegenomen wordt in het herstelbeleid.”
bron: Boerenbond