De NEPG raamt dat de aardappeloogst in de 5 belangrijkste aardappellanden van Noordwest Europa tussen 27 en 27,3 miljoen ton uitkomt. Dit is 3% meer dan het vijfjarig gemiddelde en 12% meer dan vorig jaar. In dit stadium zijn de ramingen hoofdzakelijk gebaseerd op proefrooiingen.
NEPG benadrukt dan ook dat het een voorlopige raming betreft. Het overgrote deel van de oogst bevindt zich nog op het veld. In oktober zal NEPG opnieuw een oogstraming opmaken.
Meer aardappelareaal
Dit jaar is het niet de opbrengst per hectare waardoor de grotere oogst tot stand komt, maar de groei van het areaal in vergelijking met vorig jaar. Alle NEPG-landen, met uitzondering van Groot-Brittannië, hebben meer aardappelen geplant. In Frankrijk bedraagt de groei van het areaal zelf 14% t.o.v. het vijfjarig gemiddelde.
In de 5 landen word de gemiddelde opbrengst geraamd op 44,7 ton/ha, terwijl het 5-jarig gemiddelde 47,1 ton/ha bedraagt. Vorig jaar bedroeg de gemiddelde opbrengst door de droogte het gemiddelde 40,9 ton/ha.
Grote verschillen
Er worden binnen de 5 landen enorme verschillen gerapporteerd tussen de rassen en de streken. Gebieden met de minste mogelijkheden voor beregening laten de laagste opbrengsten zien. Ook de opbrengst van zetmeelaardappelen is lager dit jaar.
De laagste ramingen komen vanuit België waar de mogelijkheden voor beregening beperkt zijn. In Frankrijk, België en grote delen van Duitsland zijn de gewassen bijna volledig afgestorven, waardoor er haast geen groeipotentie meer is voor de komende weken. De laatste proefrooiingen lieten een stabilisatie van de opbrengsten zien. In Groot-Brittannië, Nederland en sommige streken van Duitsland worden op enkele plaatsen nog wel groene gewassen waargenomen, maar ook hier zijn de verschillen groot. In Groot-Brittannië is de oogst later en hier zijn de opbrengsten geschat op het 5-jaarsgemiddelde.
Marktontwikkeling
Deze ramingen worden niet weerspiegeld in het actuele prijsniveau en NEPG verwacht dat de prijs op het vaste land in de komende weken zou kunnen stijgen. De honger naar grondstof was bij de verwerkers groter dan vorige seizoen. Dit seizoen werd ook gestart met lege schuren en net iets eerder dan normaal. Daarbij blijft de capaciteit bij de verwerkers steeds toenemen. Alleen werd het verwerkingsseizoen een beetje verstoord doordat de vroege aardappelen uit Bordeaux, Rijnland en België op één moment kwamen, wat de prijsvorming niet heeft geholpen. De concurrentiekracht voor bewerkte producten vanuit de EU op de wereldmarkt zal beter zijn met aardappelprijzen die niet zo hoog liggen dan vorig jaar.
Oost-Europese landen berichten over veel lagere oogsten. Het EU satellietprogramma MARS wijst op een 5 à 10% lagere oogst in Polen en verschillende ander Oost-Europese landen in vergelijking met het 5-jarig gemiddelde. Er vindt al een levendige export plaats naar Polen en Roemenië. Voor de EU-28 geeft MARS 3,1% lagere opbrengsten aan in vergelijking met het 5-jarig gemiddelde.
In de tweede helft van oktober maakt de NEPG een nieuwe oogstraming op voor de 5 deelnemende landen.
Bron: NEPG