In 2017 was bijna 3,4 miljoen hectare grond in de EU beplant met fruit, wat neerkomt op 1,9% van alle gebruikte tuinbouwgrond. Notenboomgaarden waren goed voor een derde (33,8%) van het totale fruitareaal, hardfruitboomgaarden (appelen en peren) voor nog eens een vijfde (19,2%) van het totaal, steenfruitboomgaarden voor nog eens een vijfde (18,6%) en citrusboomgaarden voor ongeveer een zevende (14,9%) van het totaal. Het overige fruitareaal was verdeeld tussen zachtfruit (4,5% van het totale fruitareaal), de diverse tropische en subtropische fruitsoorten, waaronder vooral kiwi, maar ook vijgen en bananen (4,1%), en druiven (2,8%).
Klik hier voor een grotere afbeelding.
Spanje had in 2017 verreweg het grootste aandeel (40,1%) in het EU-areaal dat aan fruitteelt werd besteed, vanwege de noten- en citrusteelt. Italië nam het op één na grootste aandeel voor zijn rekening (17,5%), gevolgd door Polen (9,6%).
Amandelboomgaarden waren de enige soort die in 2017 het grootste fruitareaal in de EU in beslag nam: 743.000 ha (22,5% van het fruitareaal in de EU), waarvan 85,2% in Spanje (de op twee na grootste amandelleverancier ter wereld, na de Verenigde Staten en Australië).
Appelboomgaarden waren met 15,5% van het totale fruitareaal in de EU de op één na meest voorkomende soort. Appelen werden in elke lidstaat geteeld. Bijna een derde (31,1%) van de appelboomgaarden in de EU lag in Polen, een lidstaat waar appelen goed waren voor de helft (50,2%) van het totale fruitareaal. Nog eens een derde van de appelboomgaarden in de EU lag in Italië (11,0%), Roemenië (10,6%) en Frankrijk (9,6%). Het areaal appelboomgaarden in Roemenië was veel groter dan het overeenkomstige aandeel (3,4%) in de Europese appeloogst. Het grootste deel van het EU-appelaanbod kwam uit Polen (24,3%), Italië (19,0%) en Frankrijk (17,2%).
Groenten werden geteeld op bijna 2,2 mln ha in de EU, waarvan bijna de helft in Italië, Spanje en Polen samen.
De groep groenten die tomaten, paprika, aubergines, meloen, courgettes, komkommer en augurk omvat, was goed voor iets meer dan een kwart (27,1%) van het totale areaal. Wortel-, knol- en bolgroenten, zoals wortelen, radijs, uien, sjalotten en knoflook waren goed voor nog eens een vijfde (20,3%) van het totaal, op de voet gevolgd (18,1%) door de diverse groep blad- en stengelgroenten (zoals sla, spinazie, witlof, andijvie, asperges, artisjokken, enz.). Peulvruchten (vooral erwten en bonen) werden geteeld op 13,6% van het EU-areaal, koolsoorten (kool, bloemkool en broccoli) op 12,5% en aardbeien op 4,9%.
Het groentenareaal in Italië (17,8% van het EU-totaal), Spanje (17,3%), Frankrijk (11,8%) en Polen (10,8%) was aanzienlijk groter dan in andere lidstaten en vertegenwoordigde samen een duidelijke meerderheid van het groentenareaal in de EU in 2017.
Voor meer informatie: ec.europa.eu