Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jan Prinsen, Belgian Fresh Food Institute

“De lekkerste druiven zijn nog altijd die met pit”

Tholen – De eerste Italiaanse Victoria-druiven zijn weer geplukt en volgens Jan Prinsen van het Belgian Fresh Food Institute wordt 2020 een goed jaar voor Italiaanse druiven. “De kwaliteit van de Victoria-druiven is erg goed. De druiven zijn mooi gevormd en ook de structuur van de trossen is goed dit jaar. Vanaf dit moment mogen we weer mooie Italiaanse Victoria-druiven verwachten en vanaf eind augustus/begin september de variëteit Italia.”

“De consumptie van Italiaanse druiven neemt nog elk jaar toe, maar ook de concurrentie groeit. Vroeger waren druiven echt een Europese aangelegenheid. Italië was het druivenland bij uitstek. Maar ook België heeft mooie druiven, maar die volumes zijn de laatste jaren zo afgenomen, dat de Royal- en de Leopold-druiven echt een nicheproduct zijn geworden. Dat is jammer want dat zijn hele mooie en lekkere druiven”, zegt Jan.

Ook ziet Prinsen in de afgelopen jaren een verschuiving in consumptie van druiven met pit naar druiven zonder pit. “Er worden steeds meer druiven zonder pit gegeten. Niet iedereen vindt de pitjes lekker en vooral kinderen houden niet van pitjes. Echter als we naar de smaak kijken, winnen de druiven met pit het van de pitloze druiven. Druiven met pit hebben een mooiere trosvorming dan de pitloze soorten en blijven beter aan de steeltjes hangen. Dit is ook één van de redenen dat pitloze druiven veelal in punnets worden verkocht. Ook hebben de soorten met pit een betere verhouding zoet/zuur. Hierdoor verkiest de echte druivenliefhebber de druiven met pit boven de druiven zonder pit. Daarnaast zijn de pitjes zeer gezond, omdat ze heel wat antioxidanten bevatten.”

“Wat ook opvalt is dat de druivenconsumptie tussen Nederland en België in veel opzichten van elkaar verschilt, constateert Jan. In Nederland kun je zelden mooie trossen Italiaanse druiven vinden, terwijl in België daar ontzettend veel vraag naar is. Tevens zie je dat de meeste druiven in Nederland verkocht worden in punnets. In België wil men echt zelf de mooie tros uit de kist kiezen, waardoor de verpakkingen van druiven tussen deze twee landen erg veel van elkaar verschillen.”

“Eén van de betere  streken in Italië om druiven te telen is echt het zuiden van Italië rond de stad Bari. Deze week komen er mooie druiven uit de  gemeenten Conversano en Mola di Bari. Dat is in het zuiden van het land. De rode grond met stenen is in die streek ideaal voor het telen van druiven. Aan het laden van één vrachtwagen wordt zo’n 6 à 8 uur gewerkt. De druiven worden vroeg in de morgen geplukt. Men start rond 6 uur, zodat de druiven nog fris zijn en niet zijn gezwollen. Het verpakken van de druiven wordt voornamelijk door vrouwen gedaan, omdat het verpakken fijn en nauwkeurig werk is”, besluit Jan.

Voor meer informatie:
Jan Prinsen
Belgian Fresh Food Institute
Tel: (+32) 0-477 252372

Publicatiedatum: