Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
LTO voorzitter Albert Jan Maat:

"Neem een voorbeeld aan de Landbouwattachés"

LTO pleit voor investering en heroriëntatie in economische diplomatie in plaats van inkrimpen ambassades en consulaten. Het tweede kabinet Rutte heeft aangekondigd om vanaf 2014 nog eens 40 mln extra te bezuinigen op vertegenwoordigingen in het buitenland bovenop de eerdere 55 mln die al eerder is doorgevoerd. LTO vindt dit een zeer ongerichte bezuiniging want dit betekent ook een forse vermindering van het aantal landbouwattachés in de landen waarnaar Nederland exporteert.

Albert Jan Maat: “Onze landbouwattachés in het buitenland zijn voor de Nederlandse land- en tuinbouwsector die exporteert naar uiteenlopende landen de poort naar goede handel. Dat geldt echter niet voor alle diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland”.

Want daar valt volgens Maat best nog het een en ander in te verbeteren. Bijvoorbeeld door beter te anticiperen op de beweging van landen die tot voor kort economische muurbloempjes waren en nu in no time zijn getransformeerd in snel groeiende economieën. Ook zou er op Europees niveau efficiënter gebruik mogen worden gemaakt van gezamenlijke buitenlandse diplomatie. De bezuiniging zou eerder vanuit dit soort efficiency acties moeten worden gehaald en uit heroriëntatie van de buitenlandse dienst in plaats van het inspiratieloos halveren van buitenlandse economische vertegenwoordiging. De landbouwattachés zijn volgens Maat hierin een lichtend voorbeeld.

De internationale handel in voedingsmiddelen leverde in 2011 een positief handelsoverschot op van 14 miljard euro (bron CBS). Landbouwattachés hebben veel kennis van de lokale handel en cultuur. Zij kennen het lokale bedrijfsleven als geen ander en met hun netwerk openen zij deuren naar nieuwe handel. In plaats van te bezuinigingen in deze buitenlandse economische diplomatie zou er juist in geïnvesteerd moeten worden. Het is als met ‘zaaien en oogsten’ een bekend boerengezegde. Dit soort investeringen betalen zichzelf vanzelf terug.
Maat: “Het leek dat dit ook werd onderkend door het tweede kabinet-Rutte met het aanstellen van een minister voor Buitenlandse Handel maar het heeft er nu alle schijn van dat minister Ploumen het maar in haar eentje moet gaan doen”.

Bron: LTO Nederland
Publicatiedatum: