Dit onderzoek is het eerste waarbij verschillende gezonde voedingspatronen naast elkaar geanalyseerd werden om het verband tussen voeding en het risico op depressies te bestuderen.
De onderzoekers vergeleken drie diëten: het mediterraan dieet, het Pro-vegetarian dieet en het Alternative Healthy Eating Index-2010 dieet (hierna index-2010 genoemd). Deelnemers aan het onderzoek maakten gebruik van een scorekaart om bij de houden in welke mate zij zich aan de bovenstaande diëten hielden.
Voedingsmiddelen zoals vlees en zoetigheid, (bronnen van dierlijke vetten, en transvetzuren), gaven een negatieve score aan, terwijl noten en groenten en fruit,(bronnen van omega-3 vetten), vitaminen en mineralen) een positieve score opleverden.
Het onderzoek vond plaats onder 15.093 deelnemers, die niet aan depressies leden. Allen behoorden tot een groep studenten, die in december 1999 met hun studie startten aan de Universiteit van Navarra. De groep representeert de determinanten op gebied van levensstijl en voedingspatroon van verschillende lichamelijke condities, waaronder diabetes, obesitas en depressie.
Bij aanvang van het onderzoek werd het voedingspatroon in kaart gebracht door middel van een vragenlijst. Na tien jaar werd de vragenlijst opnieuw ingevuld. Bij een follow-up na 8,5 jaar gaven in totaal 1550 deelnemers aan gediagnosticeerd te zijn met een depressie of hadden zij antidepressiva gebruikt.
Het Index-2010 dieet bleek het risico op depressie het meest te beperken maar dit dieet vertoont veel overeenkomsten met het mediterrane voedingspatroon. Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat voedingsmiddelen die rijk zijn aan omega-3 zoals groenten en fruit, noten in combinatie met een matig alcoholgebruik, het ontstaan van een depressie mogelijk verhinderen. Dit is op zowel het Index-2010 dieet als het mediterrane dieet van toepassing.
Wanneer de drempelwaarde echter is bereikt, blijft het verminderde risico ongewijzigd, ook al houdt een deelnemer zich strikter aan zijn gezonde voedingspatroon. Dit dosis responspatroon komt overeen met de veronderstelling dat suboptimale inname van bepaalde voedingstoffen mogelijk een risicofactor vormen voor het ontwikkelen van een depressie.
Dit onderzoek heeft echter de beperking dat het zich baseert op rapportages van de deelnemers zelf. Verder onderzoek is noodzakelijk om de invloed van de verschillende voedingstoffen op de geestelijke gezondheid verder te bestuderen.