In Primeur van 28 oktober 1992 is een artikel te lezen over een proefbedrijf voor de teelt van witloof. De ondertitel van het artikel is: Trefpunt voor wetenschap en praktijk:
"De kennis die de doorsnee consument doorgaans over witloof bezit blijft meestal beperkt tot het land van herkomst: Belgisch witloof of Nederlands witloof. Hij of zij ziet niet het verschil tussen traditioneel in de volle grond geteelde witloof en op water (hydro) gekweekte witloof. De meer ingewijden weten dat er vroeg witloof, winterwitloof en laat witloof zijn. De echte professionele kenners weten dat er van witloof tal van rassen met de mooiste namen bestaan, zoals Bea, Daliva, Focus, Magnum, Melista, Samba, Turbo, Flash, Final, Julius, Pax, Rumba, Salsa, Rinof, Jaz en Carolus. Dagelijks vertrouwd met deze rassen en hun specifieke eigenschappen is het Proefbedrijf voor Witloof v.z.w. in Herent bij Leuven (België).
Voorzitter Jozef Bogaerts bij een trekbak met witloof
Dit proefbedrijf werd op 4 december 1973 opgericht en moet gezien worden als een reactie op het onderzoek in Nederland naar de hydro-cultuur van witloof en de evolutie van deze telt in met name Nederland en Frankrijk. Stichters- en initiatiefnemers van de oprichting waren Jozef Stroeyens, voorzitter van de Veiling Midden-Brabant, de heer Verbelen, directeur-generaal van het ministerie van Landbouw en prof. dr. ir. A. Scheys van de Leuvense Universiteit. De heer Jozef Bogaerts is voorzitter van de vereniging zonder winstoogmerk, die het proefbedrijf beheert.
De heer Bogaerts bij een proefveld
Doelstelling
In 1976 werd aan de Blauwe Stap een begin gemaakt met de bouw van het proefbedrijf. De eigenlijke proeftuin beslaat een oppervlakte van ongeveer 1 hectare. Doelstelling van het proefbedrijf is de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek en de voorlichting in verband met de witlofteelt in het algemeen te bevorderen en in het bijzonder de studie en de toepassing van de wetenschappelijke methoden, het aanleggen van proeven en praktische werkwijzen voor de rationalisatie en verslagen, adviezen en publicaties van werkwijzen kenbaar te maken aan de telers. Het proefbedrijf werkt nauw samen met de landbouwfaculteit van de Universiteit Leuven.
"Veel Belgische witlooftelers hebben te lang gewacht om in de hydroteelt te geloven. Ze zijn voortgegaan met hun jarenlange traditie van de grondcultuur," zegt de heer Jozef Bogaerts. "Nu is in België de verhouding nog 60 procent grondteelt en 40 procent waterteelt, maar binnen enkele jaren zie ik die verhouding volledig omslaan in 80 procent hydroteelt en 20 procent grondteelt. De meeste oudere telers hebben geen opvolging meer en de jongeren stappen over op de moderne teeltwijze. Je kunt de ontwikkeling nu eenmaal niet tegenhouden. Toch zie ik in België geen schaalvergroting in de witloofteelt als in Nederland met bedrijven of beter gezegd witlooffabrieken van honderd en meer hectare groot."
Europese witlofteelt
De heer Bogaerts is ervan overtuigd dat de witloofteelt zich in de toekomst meer en meer zal gaan ontwikkelen in de richting van een Europese teelt. "Het is voor de wereldmarkten dan van minder belang of het witloof uit België, Nederland of Frankrijk komt. Ook de tijd dat men over het witloof sprak als over het witte goud van Brabant dat de prijzen van deze groente dicteerde, is al lang voorbij," aldus Bogaerts.
Het proefbedrijf voor witloof in Herent
Bron: Primeur 28 oktober 1992