Wortelen zijn een van de belangrijkste groenten die in Polen worden geteeld. De populariteit is te danken aan het veelzijdige gebruik, de smaak en de gezondheidsvoordelen. In Polen worden wortelen door de voedingsindustrie gebruikt voor de productie van sappen en diepgevroren producten en voor directe consumptie als ingrediënt van vele gerechten en soepen.
De Poolse wortelteelt beslaat een oppervlakte van ongeveer 22.000 ha, waarmee deze teelt, na de uienteelt, de tweede plaats inneemt wat het areaal voor vollegrondsgroenten in Polen betreft. Aangezien de wortel een plant voor een gematigd klimaat is, wordt hij in het hele land geteeld, maar het grootste deel (70%) van de teelt vindt plaats in zes woiwodschappen: Mazowieckie, Kujawsko-Pomorskie, Lubelskie, Wielkopolskie, Łódzkie en Świętokrzyskie.
In 2020 werd 733.000 ton wortelen geoogst (678.000 ton wortelen in 2019), waarmee Polen volgens het Nationaal Centrum voor Landbouwsteun de derde plaats in de EU inneemt met een aandeel van 12% in de EU-wortelteelt.
De Poolse worteloogst hangt grotendeels af van de agrometeorologische omstandigheden tijdens het groeiseizoen. In 2015-2020 was de worteloogst in het land gevarieerd en bedroeg 678 - 827.000 ton. In 2020 zijn er volgens de ramingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek 8% meer wortelen geoogst dan in 2019.
In 2015-2019 varieerde de Poolse wortelexport van 23.000 ton tot 33.000 ton. In de periode van elf maanden van 2020 zetten Poolse ondernemers, net als in het voorgaande jaar, ongeveer 20.000 ton wortelen af. Wortelen werden bijna voornamelijk naar EU-landen geëxporteerd, vooral naar de Slowaakse markt (31% van de export), Tsjechië (20%) en Roemenië (14%).
Problemen voor telers
De sluiting van hotels en de gastronomie in Polen in verband met de pandemie heeft telers, vooral van uien en aardappelen, tot wanhoop gedreven, omdat zij geen markten voor hun producten hebben. Het Poolse ministerie van Landbouw is niet van plan steun te verlenen aan deze groep tuinbouwers.
De pandemie heeft de horecasector lamgelegd. Daardoor is de vraag naar groenten uit deze sector tot nul gedaald, waardoor op de markt een overaanbod van deze producten is ontstaan, wat tot een drastische prijsdaling heeft geleid. Momenteel ontvangt een teler slechts € 0,04 voor aardappelen en maximaal € 0,06 voor losse uien. Dergelijke tarieven dekken niet eens alle teeltkosten. Uien- en aardappeltelers zijn het zwaarst getroffen, maar ook de telers van rode bieten en wortelen, omdat de prijzen enorm zijn gedaald. De situatie is eveneens moeilijk op alle AGF-markten in Polen. Bijvoorbeeld in Wrocław, waar telers een week lang niet eens drie ton aardappelen konden afzetten.
Foto: Dreamstime.com