Elf landen van de Europese Unie (EU) hebben Brussel gevraagd om te worden vrijgesteld van de teelt van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) op hun grondgebied. Dit meldde de woordvoerder van Environment en Community Health, Enrico Brivio. De lidstaten zijn: Frankrijk, Hongarije, Polen, Litouwen, Oostenrijk, Griekenland, Kroatië, Letland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en België. Brivio stelde dat, in het geval van de twee laatstgenoemde landen, het veto alleen geldt in bepaalde regio's (Wales, Schotland en Noord-Ierland in het Verenigd Koninkrijk, en Wallonië in België).
Brivio stelde ook dat zowel Letland als Griekenland ggo-producenten heeft ingelicht dat de cultivatie van dergelijke gewassen niet wordt toegestaan, en dat in alle andere gevallen de betrokken bedrijven worden geïnformeerd.
De nieuwe wetgeving inzake de teelt van ggo's, die afgelopen voorjaar in werking is getreden, stelt landen instaat om ggo's te verbieden op grond van hun eigen milieubeleid. De wetgeving bevat een procedure voor bedrijven die ggo's produceren om de beperkingen op hun marketing-licentie te accepteren, alvorens de lidstaten dergelijke maatregelen nemen. Zij kunnen een verbod eenzijdig opleggen, zelfs als het bedrijf niet eens is met de beslissing.
Lidstaten die deze gewassen te aanvaarden moeten ervoor zorgen dat andere producten niet worden verontreinigd en moeten grensoverschrijdende vervuiling voorkomen.
De hervorming van de wetgeving op de teelt van ggo's, die vier jaar stil lag als gevolg van meningsverschillen tussen de lidstaten (voor en tegen ggo's), werd in het begin van 2015 goedgekeurd.