In Primeur nr 3 van augustus 1991 komt een aantal uienhandelaren aan het woord over de stand van zaken rond de Nederlandse ui dat jaar.
Het geraamde areaal pootuien voor 1991 is dan zo'n 17% groter dan het jaar ervoor. Het gaat om 300 ha meer. Hetzelfde geldt voor de zaaiuien; hier is een geraamde toename van 11% te zien, wat ruim 1000 ha extra betekent.
Jaap Wiskerke
Op de vraag wat het gaat worden met de Nederlandse ui, laat Jaap Wiskerke weten tevreden te zijn over de kwaliteit van de tweejaars plantui, in tegenstelling tot de voorgaande twee weken toen de eerste pootuien, de platte Stuttgarters (Riesen) binnenkwamen. "Het was de eerste twee weken meer behelpen, we moesten veel drogen. Nu met dit mooie weer, is het allemaal veel beter. De komende weken verwachten we sowieso een goede afzet. Momenteel gaat er veel naar Engeland en Duitsland, waar men nu klaar is. De platte Stuttgarters zijn onderweg naar o.a. Mauretanië, Congo, Gambia en Zaïre." Over de Sturon is Jaap Wiskerke tevreden, maar wat verwacht hij van de zaaiuien? "Niet alleen de pootuien die nu van het land komen hebben geprofiteerd van het goede weer. Ook de zaaiuien hadden er baat bij."
Jaap Wiskerke in 1991
De heer Jansen in hetzelfde jaar
Jansen
Eveneens in Kruiningen zit het uienverwerkingsbedrijf van de heer Jansen. Hij heeft de voorbije weken hoofdzakelijk de overwinteringsui de Radar gedaan, de Stuttgarter heeft hij overgeslagen, omdat de platte ui minder gevraagd is. Hij is deze week meteen met de Sturon begonnen. "Ondanks dat de eerste leveringen altijd wat problematisch zijn, loopt de verkoop goed en zijn de prijzen boven verwachting goed." De heer Jansen doet de binnenlandse verkoop zelf en laat de export aan de exporteurs over. Contracten brengen volgens hem te veel risico's met zich mee, daarom beperkt hij zich tot de vrije handel. De gevolgen van de verhevigde concurrentie relativeert hij enigszins: "Het houdt mensen alert en leidt vaak tot kwaliteitsverbeteringen. En van vele kleine marges kan je wel blijven bestaan, van een paar grote verliezen niet."
De twee zonen van de heer Van den Berge
Van den Berge
Aan de andere kant van de spoorlijn, eveneens in Kruiningen ligt het bedrijf van de heer Van den Berge. Naast uien verwerkt hij ook knolselderij en winterpeen. De heer Van den Berge heeft zich eveneens met de Japanse overwinteringsui beziggehouden en sluit de platte periode deze week af. Hij verzorgt de afzet van zijn producten in de Benelux zelf. Verkoop daarbuiten laat hij aan gespecialiseerde exporteurs over. Het prijsniveau dit jaar zal volgens hem sterk van de export afhangen: "Ik verwacht een kleinere prijs, maar het blijft al met al afwachten."
Bron: Primeur 6e jaargang, nr 3, 16 augustus 1991