Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jan Kees Boon, Fruit & Vegetable Facts

"Droogte precair maar nog niet desastreus voor akker- en tuinbouw"

De aanhoudende droogte heeft tot een flink neerslagtekort geleid, maar voor de akker- en tuinbouw kan het nog goed komen. Dat blijkt uit de analyse van Jan Kees Boon van Fruit & Vegetable Facts die de periode vanaf januari t/m 15 mei analyseerde. "De droogte is precair maar nog niet desastreus."

“Look at mother nature on the run” [1]
De klimaatverandering begint zich ook in ons werelddeel steeds meer te manifesteren. Droogte vormt een steeds groter probleem. De geringe hoeveelheid neerslag in combinatie met de grote verdamping, veroorzaakt door het veelal zonnige weer, heeft geleid tot een voor de tijd van het jaar record hoog potentieel neerslagtekort (neerslag minus verdamping). Aan het einde van de lente (maart-mei) bedroeg het landelijk gemiddelde neerslagtekort reeds 135 mm, een stuk hoger dan de 110 mm in 1976, het jaar met de hoogte tekort tot nu toe.

Droog voorjaar is op zich niet zo erg; droge zomer wel
Bovenstaand citaat van het KNMI lijkt van toepassing op de situatie van dit jaar maar het gaat om 2011. Toen volgde er op de recorddroge voorjaar (maart-mei) wel een natte zomer en vielen de oogsten uiteindelijk normaal uit. Ook in april en mei viel er verspreid nog wel iets.

In 2018 viel de hoeveelheid neerslag in het voorjaar wel mee, maar er volgden enorm droge maanden (juni en juli). In Vlissingen viel in die maanden resp. 1 en 14 mm neerslag. Toen was bij veel producten in diverse regio’s sprake van kleine oogsten.

In 2020 was er ook sprake van een droog voorjaar, maar in mei viel wat regen en in juni begon het meer te regenen en vielen de oogsten redelijk normaal uit.

Precair maar het kan (gemiddeld) nog goed komen
Het huidige jaar lijkt tot nu toe heel veel op 2011. Het doorlopend neeslagtekort bedraagt nu, half mei iets meer dan 100 mm. Dit tekort is redelijk gelijkmatig over het land verdeeld. Het is wel zo dat er vanaf 1 maart vrijwel uitsluitend in de eerste 9 dagen van april regen is gevallen. Meer dan een maand vrijwel geen regen is wel zeer uitzonderlijk. Daar waar niet beregend kan/mag worden is de toestand nu (15 mei) uiterst precair. Er lijkt regen aan te zitten komen. Een aantal weermodellen voorspelt tot het eind van de maand nu (15 mei) 80 mm neerslag. Het is afwachten of dat uit gaat komen. Als dat stortbuien zijn is het nog afwachten hoe dat door de kurkdroge grond wordt verwerkt. Het kan nog (gemiddeld) goed komen, maar het mag niet te lang duren en in juni en juli niet weer langere tijd droog en warm worden en ook niet teveel in de vorm van stortbuien.

Droge voorjaren in 2011 en 2020 kwamen goed door regen vanaf juni
Uiteindelijk had dat droge voorjaar van 2011 dus geen grote invloed op de oogsten. Doordat in 2011 het vanaf juni ging regenen was de oogst van de meeste akker- en tuinbouwproducten uiteindelijk zelfs wat groter dan normaal.

Dat was in 2018 heel anders. De ronduit droge juni- en julimaanden zorgden ervoor dat de oogsten aanmerkelijk kleiner waren dan normaal.

In 2020 was het voorjaar, vooral april en mei, ook erg droog. Evenals in 2011 ging het ook in juni regenen en vielen de oogsten van akker-en tuinbouwproducten vrij normaal uit. Bij al deze jaren gaat het om landelijke cijfers. Per regio zijn er natuurlijk verschillen.

Haspels “ontdekt” in 1976
Regionale verschillen wat betreft de gevolgen van de droogte zijn niet alleen afhankelijk van hoeveel neerslag er daadwerkelijk valt, maar zeker ook het gevolg van het al of niet kunnen beregenen. De mogelijkheid om efficiënt grootschalig te kennen beregenen nam vanaf 1976 een enorme vlucht toen de haspel z’n intrede deed. Het jaar 1976 is nog altijd het jaar met het grootste neerslagtekort aan het einde van het groeiseizoen. Toen was er eind augustus een neerslagtekort (som neerslag-verdamping vanaf 1 april) van bijna 400 mm. Met name door het grootschalig beregenen werd het niet een complete misoogst. In dat superdroge jaar waren de grootste minnen tov van het toenmalig gemiddeld het grootst bij uien (-23%), pootaardappelen (-23%), consumptieaardappelen (-16%), zomergranen, sperziebonen en witlof. Gezien die enorme droogte werd er best product geoogst.

Des te opmerkelijker is het dat in 2018 bij twee kurkdroge maanden juni en juli de oogsten van diverse producten ronduit klein waren. Het duidelijkste voorbeeld is zaaiuien. Landelijk was de oogst per ha in 2018 ruim eenderde kleiner dan gemiddeld. In Zeeland zelfs 67% kleiner, terwijl de oogst van zaaiuien per ha in Drenthe in 2018 'maar' 13% kleiner was dan gemiddeld.

Haspels zijn mooi voor beregening maar om in de toekomst de steeds vaker voorkomende droogte periodes de baas te kunnen is er meer nodig om het schaarse water goed te kunnen gebruiken.

Klik hier voor de volledige analyse

Voor meer informatie:
Jan Kees Boon
Fruit and Vegetable Facts
www.fruitandvegetablefacts.com 
fruitvegfacts@gmail.com 

[1] Neil Young: After the Goldrush

Publicatiedatum: