Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Nederlandse inzet op verkorting Indiase importprocedures

Nederland heeft zich afgelopen decennia ontwikkeld tot een van de belangrijkste spelers in uitgangsmateriaal in de Indiase tuinbouw en fruitteelt. De procedures om nieuwe rassen te introduceren, duren lang. Nederland is in overleg met de Indiase autoriteiten om deze drempel te verlagen.

India is voor een groot deel een agrarische gemeenschap. Hoewel het aantal steden met meer dan een miljoen inwoners inmiddels ver boven de vijftig ligt, woont nog steeds 60 procent op het platteland en is de helft van de 1,3 miljard inwoners nauw betrokken bij de teelt. De teelt is grotendeels kleinschalig. Er zijn zo'n 150 miljoen bedrijven en het gemiddelde bedrijf wordt steeds kleiner door opdeling van land onder de kinderen.

Groot tuinbouwland
De arbeidsintensieve tuinbouw past goed bij de agrarische bedrijfsstructuur in het land. India is na China de grootste producent van groenten en fruit en zelfs de grootste als het gaat om alleen fruit. India is de grootste producent van okra en op een na grootste producent van kool en aubergine. De zaadindustrie in India heeft zich de afgelopen jaren in rap tempo ontwikkeld. Groentengewassen worden steeds belangrijker voor Indiase telers. Dit komt door het veranderende dieet, maar ook door problemen in de graanteelt. De productie van rijst wordt in veel deelstaten steeds lastiger door een toenemend watertekort.

Invoering moderne technologie
Overheden in deelstaten stimuleren een transitie naar tuinbouw door moderne technologie toegankelijk te maken voor kleine telers. Ook Nederland draagt daar aan bij middels de zogeheten Centers of Excellence en het opzetten van tuinbouwketens.

Onvoldoende bescherming
Op dit punt wreekt zich ook dat India UPOV niet heeft ondertekend en de Protection of Plant Varieties and Farmers' Rights Authority (PPVFRA), opgericht onder de Protection of Plant Varieties and Farmers' Rights Act uit 2001, onvoldoende bescherming biedt. Maar vooral de gebrekkige implementatie van de regelgeving zorgt ervoor dat nieuwe buitenlandse variëteiten slechts mondjesmaat worden geïntroduceerd.

Hoewel de een na grootste producent van groenten en fruit is de Indiase export van groenten en fruit beperkt. Dat is niet verwonderlijk gezien de enorme interne markt. Ook kwaliteit en voedselveiligheid vormen barrières bij export.

Nederlandse zaadproducenten actiever
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de zaadproductie afkomstig uit de Open Pollinated Variety (OPV). OPV-zaden resulteerden in lage productie en matige kwaliteit. Het was in die dagen dat Nederlandse zaadproducenten begonnen met een verkenning van de Indiase markt. India bood Nederlandse bedrijven niet alleen een markt, maar ontwikkelde zich ook tot een knooppunt voor onderzoek en ontwikkeling. Vrijwel alle zaadproducenten, zoals Bejo Zaden, Rijk Zwaan, Nunhems Zaden, East West en Enza Zaden, hebben in India niet alleen een productie- maar ook een R&D-faciliteit.

Nederland is een van grootste spelers
Nederland heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een van de belangrijkste spelers in uitgangsmateriaal. Dat geldt voor de AGF-sector. De eerste Nederlandse pootgoedbedrijven hebben een R&D-faciliteit in India geopend. Net als in veel andere landen speelt hier de problematiek van het kwekersrecht. Ook de lange toelatingsprocedure is een barrière. De snelste procedure om geïmporteerde rassen op de markt te brengen, duurt zo'n vijf jaar en bestaat uit twee delen. Eerst kost het twee jaar om in quarantaine te testen en daarna twee tot drie jaar om een DUS-test (Distinctiveness, Uniformity, Stability) uit te voeren.

Overleg met Indiase autoriteiten
Na deze testen wordt het toegestaan om het nieuwe ras te verkopen. Nederland is nu in overleg met India om de Nederlandse DUS-test in India geaccepteerd te krijgen. Dat zou de procedure voor de introductie van nieuwe rassen aanzienlijk verkorten. Ook in de fruitteelt heeft Nederland een nauwe samenwerking met India. De Indiase appel- en perenopstanden zijn sterk verouderd. De productie in de oude hoogstam boomgaarden is laag en de kwaliteit matig. De Nederlandse appelonderstammen en -rassen staan goed bekend in India.

Rendement van investeringen
Zoals vaak met Nederlandse kennis, technologie en ook uitgangsmateriaal: het kost tijd om de Indiërs ervan te overtuigen dat het Nederlandse product soms wat duurder is, maar dat het uiteindelijk gaat om het rendement van de investeringen. En dat kan met ons materiaal vaak gunstig uitpakken.

Dankzij een goede reputatie op teeltgebied in India, ketengerichte oplossingen en de Nederlandse instelling gericht op lange-termijnrelaties, zijn de kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van uitgangsmateriaal groot.

Bron: Agroberichten Buitenland
Publicatiedatum: