De Costa Ricaanse regering heeft al meer dan tien jaar geleden beloofd om een compensatie te geven aan bananentelers die waren blootgesteld aan dodelijke beschermingsmiddelen. Vele telers melden dat ze nog steeds niets hebben ontvangen. De bananentelers verzamelden zich buiten de wetgevende vergadering van Costa Rica in San Jose om de vergoeding te eisen. De schadelijke middelen hebben gezondheidsproblemen veroorzaakt, zoals steriliteit, kanker, miskramen en genetische misvormingen.
De arbeiders beweren dat buitenlandse ondernemingen in Costa Rica hen hebben blootgesteld aan de de nematocide Nemagon, ook wel bekend als DBCP. De demonstranten eisen ₡ 5.000.000 (€ 8711) per persoon en een maandelijkse bijdrage van ₡ 300.000 (€ 523).
Costa Ricaanse wetgevers hebben de compensatie toegezegd voor werknemers, die waren blootgesteld aan de schadelijke middelen in 2001. Toch hebben veel telers nog geen geld ontvangen. Tijdens het protest hielden demonstranten borden met teksten vast, waaronder: "We willen een pensioen en een eerlijke compensatie." en "Het lijkt alsof ze wachten tot we sterven." Dit meldt José Carlos Madriz, een teler uit Batán, aan Tico Times. Hij was werkzaam van 1967 tot 1973 bij de Standard Fruit Company.
In 2014 hebben Costa Ricaanse wetgevers opnieuw een compensatie beloofd aan ongeveer 12.000 werknemers die in de jaren '60 en '70 zijn blootgesteld aan de middelen. Het hooggerechtshof van Costa Rica heeft de overheid bevolen om de werknemers te betalen, meldt Tico Times.
La Nacion meldt dat meer dan 13.000 slachtoffers in totaal ₡ 14 miljard (€ 243.917.31) hebben gekregen van The National Insurance Institute (INS). Costa Rica's regering worstelt met een begrotingstekort van $ 50 miljard (€ 47 miljard).