Indonesië weer open voor Nederlandse uien

Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken is tevreden over de handelsmissie van Nederland aan Indonesië. Nederlandse bedrijven binnen de land- en tuinbouw hebben goede zaken kunnen doen met overheid en bedrijfsleven in Indonesië en overeenkomsten gesloten. Daarbij kwamen Nederland en Indonesië op de laatste dag van het bezoek overeen om de export van uien naar Indonesië weer toe te staan. Indonesië sloot de landsgrenzen eerder uit angst voor schadelijke organismen op uien. Ook met de van gezamenlijke aanpak voor voedselzekerheid zijn grote stappen gezet.

Uienexport
Met een nieuwe erkenning van het voedselveiligheidssysteem kan Nederland in 2014 weer uien naar Indonesië exporteren. De Indonesische markt van consumptie-uien is groeiende en het potentieel van de Nederlandse export wordt geschat op ruim 100.000 ton: €35 miljoen. Dijksma: "De Nederlandse ui kan weer in de Indonesische nasi. Markttoegang is voor beide landen van groot belang. We zijn voor Indonesië de toegangspoort voor de Europese markt voor alle essentiële landbouwgrondstoffen. De ui is weer een belangrijk product voor Indonesië, als onderdeel van veel gerechten uit de Indonesische keuken. Grote winst voor onze bedrijven en economie, dat we nu weer uien kunnen gaan exporteren."

Sinds afgelopen jaar was het niet meer mogelijk voor Nederland om uien naar Indonesië te exporteren. In 2012 veranderde Indonesië de fytosanitaire wetgeving; de controle ter voorkoming van de verspreiding en overbrenging van voor planten en plantaardige producten schadelijke insecten en schimmels. Daarnaast werd het onmogelijk gemaakt om nog langer uien in Jakarta aan te landen terwijl daar wel alle faciliteiten aanwezig zijn. Deze problemen zijn nu opgelost.

Voedselzekerheid
Dijksma kwam eveneens met de Indonesische regering overeen om in het kader van een groot programma voor voedselzekerheid verschillende projecten op het gebied van klimaat slimme landbouw op te starten. En de productie en kwaliteit van zuivel, vis en pluimvee te vergroten. Door gebruik van kennis en investeringen van onder andere het Nederlandse bedrijfsleven (Friesland Campina, Nutreco) en de Wageningen Universiteit moet het doel bereikt worden om kleine boeren en vissers meer te laten produceren, hen een stabieler inkomen te geven en te zorgen dat consumenten meer toegang tot betaalbare en veilige eiwit-producten hebben. Zo worden bijvoorbeeld melkdorpen in West-Java opgezet, waar kleine melkveehouders samen koeien kunnen houden, les krijgen en de kwaliteit van melk wordt verbeterd en goed wordt gekoeld. De dorpen zorgen ook voor een verbetering van het logistieke zuivelsysteem, door onderzoek en innovatie.

Dijksma: "Voedselzekerheid heeft een hoge prioriteit in Indonesië, landbouw en visserij zijn de oplossing. Daarom is het mooi dat Nederlandse kennis bij kan dragen aan bijvoorbeeld meer verse melk, maar ook veilige kip en vis voor de lokale markt."

President Yudhoyono gaf in zijn ontmoeting met de Nederlandse delegatie richting Dijksma aan dat voedselzekerheid 'zijn persoonlijke aandacht heeft en hij vanwege de Nederlandse kennis en ervaring graag samenwerkt op dit gebied.'

Bron: Ministerie van Economische zaken