
Wilco Fauth van FTNON
De stap naar de Amerikaanse markt werd midden jaren negentig gezet. FTNON deed een groot project bij een Brits versbedrijf. Wilco Fauth weet nog hoe de eigenaar hem apart nam. “Hij zei tegen me: ‘Wilco, weet je wat jij moet doen? Naar Amerika gaan!’ Ik zag dat in eerste instantie niet zo zitten. Wat moet ik daar, dacht ik, het is ver weg en ik heb het al zo druk in Europa! Maar die man hield voet bij stuk: in Amerika lag de toekomst. Ik moet zeggen dat hij dat goed had gezien. Hij heeft toen drie afspraken voor me geregeld: bij Dole Food Group, Fresh Express en TNA. Vooral bij Fresh Express ging het goed. Dat was een beetje onze opening naar de Amerikaanse markt. We hebben toen een centrifuge geleverd op een no cure no pay basis. Fresh Express heeft vervolgens een aantal centrifuges naast elkaar gezet om ze te vergelijken en daar kwamen wij het beste uit. Twee weken na levering betaalden ze ons!”
Vanaf dat moment werd het bedrijf volgens Wilco Fauth steeds actiever in de VS. Het kreeg nieuwe klanten, nieuwe aanvragen en het begon echt te lopen. “Maar ja, je reist natuurlijk wat af,” zegt Wilco, “dus uiteindelijk hebben we daar een agent in de arm genomen, die samen met ons de markt verder heeft bewerkt. In 2006 hebben we onze eigen vestiging geopend, vooral om dichtbij onze klanten te zijn en goede en snelle service te kunnen bieden. Amerikaanse bedrijven hebben daar meer behoefte aan dan elders: de technische en adviserende ondersteuning van de leverancier. Ze willen iemand die ze van A tot Z begeleidt. Je ziet ook dat componentenleveranciers daar alles op de plank hebben liggen om meteen bij te springen. Dat is typisch Amerikaans. Dus sinds een paar jaar hebben we onze eigen Inc. in het Californische Salinas, midden in het hart van de salade-industrie.”
FTNON heeft zich niet bewust op de salademarkt gefocust, maar het gebeurde gaandeweg. Ten eerste omdat Fresh Express de eerste Amerikaanse klant was en ten tweede omdat de eerste werknemers in Salinas voornamelijk uit die sector afkomstig waren. Activiteiten in de sector genereerden omzet en doen dat nog altijd. “Maar het bouwen van de machines doen we nog steeds in Europa. Dat is daar toch net iets efficiënter.” Daarnaast zijn we nu ook actief in de champignon, kant & klaar en petfood markt.

3D fabriekslay-out
Zijn er verschillen tussen Europa en de VS? Genoeg, zegt Wilco, maar op de keper beschouwd ziet hij alleen maar voordelen. “Of het moet de wisselkoers zijn,” lacht hij, “die baart me wel eens zorgen.”
Volgens Wilco is de opbouw van fabriekslijnen anders in de VS. “Ze zijn hier nog erg gericht op de verwerking van één enkel product, bijvoorbeeld ijsbergsla. In Nederland wordt er in productielijnen veel meer geëxperimenteerd met soorten, smaken en kleuren. Daar zijn onze machines dan ook op aangepast. In Amerika zie je die flexibiliteit nu ook opkomen: de lijnen worden complexer, interessanter. Omdat wij die stap al gemaakt hebben, kunnen we natuurlijk de nodige kennis overdragen. Dat maakt deze markt zo boeiend.”
Om de economische malaise maakt de directeur zich niet druk. “Er valt in de VS nog steeds genoeg te beleven, zeker voor ons. Ik denk dat dat komt omdat ze daar met betrekking tot hygiëne en energiegebruik op ons achterlopen. Zo wordt er in de VS nog steeds op een andere manier gewerkt. Nu zijn ze bezig met een grote inhaalslag. Als we niet oppassen, schieten ze ons straks voorbij.” Het Amerikaanse bedrijfsleven heeft ook niet veel keus. De FDA, de Food and Drug Administration, controleert strenger dan ooit en bedrijven zijn gemotiveerd om schoner en duurzamer te ondernemen. Juist in die inhaalslag ziet Wilco mogelijkheden. “De laatste tijd zijn er op het gebied van hygiëne en voedselveiligheid wat kleine schandaaltjes geweest. Dus ook op dat terrein valt er nog veel winst te behalen. Ook in de automatisering is er grote vooruitgang. Dat is overigens ook de trend daar: om de mensen zoveel mogelijk van de fabrieksvloer weg te halen o.a. vanwege de hygiëne.”
“Natuurlijk,” gaat Wilco verder, “is Amerika een groot land. Dus de sector hoeft maar een paar procent te groeien om voor ons heel winstgevend te zijn: je hebt het dan meteen over miljoenen kilo’s extra productie. Ook de consumptie van verse AGF is in de VS lager dan in bijvoorbeeld West-Europa. Dus er is nog heel veel ruimte voor expansie en innovatie. Dat geldt overigens ook voor ons hier in Nederland: zolang je in een verse salade nog geen banaan tegenkomt, is er nog heel wat te doen.”
Toch is expansie niet strikt noodzakelijk, vindt Wilco. “Natuurlijk denk je als ondernemer aan uitbreiden,” zegt hij. “Zeker in de States. Maar anderzijds en dat is de keerzijde, zullen we het ook nog meemaken dat we ons verder moeten specialiseren. Over tien jaar zijn de ontwikkelingen op het gebied van technologie, energie, elektronica en materiaalkeuze zo geavanceerd dat het niet meer lukt om op al die terreinen up-to-date te blijven. Je moet dan keuzes gaan maken. Er zijn machines waar we nooit aan zullen beginnen. Wel zie ik samenwerkingsverbanden tussen verschillende disciplines ontstaan. Het wordt hoe dan ook interessant. Dat weet ik zeker.”
Voor meer informatie:

Bedrijvenpark Twente 20
7602 KA Almelo - Holland
Telephone: (+31) 546 574 222
Fax: (+31) 546 574 875
E-mail: info@ftnon.com
www.ftnon.com