De Duitse gebroeders Albrecht schreven met Aldi economische geschiedenis. Afgelopen woensdag werd de discounter alweer 100 jaar, zo meldt de Duitse website focus.de. En door de jaren heen is alles echt Aldi gebleven: geen hoogmoderne winkelinrichting, geen tierelantijnen. Hier telt de prijs. Honderd jaar geleden legde de familie Albrecht in het Duitse Essen de basis voor de handelsgigant. Bakker Karl Albrecht (1886-1943) begon hier op 10 april 1913 een winkel in bakproducten. Generaties later zijn de zelfstandige zusterbedrijven Aldi Nord en Aldi Süd in 17 landen in Europa, Noord-Amerika en Australië actief. In Duitsland gelden de Aldi-prijzen als een meetlat voor de concurrentie.
De mannen achter het Aldi-succesverhaal zijn de zoons van de bedrijfsoprichter: Karl Junior (geb. 1920) en Theo Albrecht (1922-2010). Na de dood van hun vader namen zij de verantwoordelijkheid over de zaak van hun ouders op zich en ontwikkelden ze het discountconcept. „De familie Albrecht heeft economische geschiedenis geschreven met de uitvinding van een format, dat men tot dan toe op de hele wereld nog niet kende", zegt Michael Gerling van het Keulse Handelsinstituut EHI. „In een tijd waarin voorverpakte waren en zelfbediening hun entree maakten binnen de levensmiddelhandel, kwam de familie Albrecht op het idee om zich op artikelen te concentreren die men dagelijks nodig heeft zonder daarbij een grote keuze te bieden."
Dankzij het beperkte assortiment kon Aldi de kosten lager houden dan bij andere bedrijven het geval was. „Wie de laagste kosten heeft, kan de beste prijzen bieden", verduidelijkt Gerling. Aldi verkoopt artikelen op pallets, de schappen worden meteen met dozen vol producten bevoorraad. Tot op de dag van vandaag moet alles snel gaan bij Aldi, zegt Gerling: „De streepjescode wordt meerdere keren op de verpakking gedrukt, zodat de caissière een product niet om hoeft te draaien." En de vier meter lange loopband waarop de klanten de inhoud van meerder winkelwagentjes kunnen plaatsen, is een „baanbrekende uitvinding."