In de begindagen van de pandemie hadden veel agrarische bedrijven in de VS het moeilijk vanwege het effect van de lockdowns op hun klanten. Veel horecabedrijven moesten in maart van de ene op de andere dag hun deuren sluiten, waardoor er een grote markt voor telers wegviel.
Om zich aan deze situatie aan te passen, verlegden veel telers hun focus naar de retail en groothandel. Voor de aanpassing aan deze afzetkanalen betaalden zij echter een hoge prijs in de vorm van extra arbeids- en logistieke kosten.
Sindsdien heeft de tuinbouwsector te maken met dezelfde uitdagingen als andere economische sectoren. Vanwege de ontwrichting van de toeleveringsketens hebben veel teeltbedrijven moeite om aan noodzakelijke materialen en apparatuur te komen. Ook het verladen van hun producten naar klanten is lastiger geworden.
Het belang van binnenlandse productie
De huidige situatie in de tuinbbouwsector onderstreept het belang van de lokale agrarische productie. De afgelopen jaren importeerde de VS een groot deel van haar benodigde verse en diepgevroren AGF. Gezien de aanhoudende wereldwijde verstoring van toeleveringsketens is de productie van groenten en fruit dichterbij huis van cruciaal belang om de aanvoer van voedsel op peil te houden.
Deze groenten en fruit zijn afkomstig uit een relatief klein aantal staten, waar de agrarische productie is geconcentreerd. Californië is de meest toonaangevende van deze staten, en is op zichzelf al goed voor bijna 70% van de Amerikaanse groenten- en fruitteelt. Naast Californië gelden andere westelijke staten, zoals Washington, Oregon en Arizona, als de grootste agrarische staten in de VS.
Bron: commodity.com