Het woord "orange" werd oorspronkelijk gebruikt om de sinaasappel te beschrijven voordat het de naam werd voor de kleur. Deze term werd gedocumenteerd in het Engels rond de late 14e eeuw en heeft zijn oorsprong in het fruit zelf. Het werd beïnvloed door verschillende talen, waaronder Oud Frans, Anglo-Normandisch, Spaans, Portugees, Sanskriet, Perzisch en Arabisch. De benaming weerspiegelt de verspreiding van het fruit vanuit de zuidoostelijke uitlopers van de Himalaya naar Europa, waar het woord "orange" zowel naar het fruit als naar de karakteristieke kleur ervan verwijst.
Voordat "orange" werd geïntroduceerd, verwezen sprekers van het Midden-Engels waarschijnlijk naar de kleur als geolurēad, wat geel-rood betekent. Interessant is dat groenten zoals pompoenen en wortelen, die nu geassocieerd worden met de kleur oranje, ofwel onbekend waren of niet oranje gekleurd waren in middeleeuws Europa. Deze taalkundige geschiedenis belicht de evolutie van taal en kleurperceptie over culturen heen.