In de ananasteelt in Costa Rica worden elk jaar tonnen afval geproduceerd, waarbij niet alleen de kronen van het fruit, maar ook het blad van de planten moeten worden weggegooid. In 2019 ontwikkelde een team studenten van de Leibniz Universität Hannover een geavanceerd proces om dit afval te recyclen tot papier van hoge kwaliteit. Binnenkort wordt de eerste testinstallatie in gebruik genomen en rond 2026 moet tot 5.000 ton per jaar ter plaatse in Costa Rica worden gerecycled, zo is het ambitieuze doel.
Het voormalige studenteninitiatief opereert nu al een jaar als een volwaardig bedrijf onder de naam eco:fibr. Ondertussen heeft het team verschillende prijzen ontvangen. Ze kregen onder andere de eenjarige Exist-startsubsidie van de federale overheid. Ook de laatste financieringsronde werd in mei met succes afgerond. "We hebben in totaal 340.000 euro opgehaald via zeven 'business angels'. Deze privé-investeerders brengen niet alleen geld in, maar ze verrijken ons ook met productie-ervaring en knowhow uit verschillende vakgebieden," zegt Merit Ulmer, medeoprichtster en directrice van het jonge bedrijf.
© eco:fibr GmbH
Het eco:fibr team: van links naar rechts Michelle Spitzer, Niklas Tegtmeier, Merit Ulmer en Julian Kolbeck
Ingebruikname van de testinstallatie
Momenteel wordt er een testinstallatie gebouwd in nauwe samenwerking met het Hannover Institute for Multiphase Processes (IMP), zodat de technologie kan worden opgeschaald van laboratorium- naar pre-industriëel niveau. Ulmer: "Vanaf het begin was het bijzonder belangrijk voor ons om complete processen te ontwikkelen, zodat de ananasplant volledig wordt benut. We hebben ons systeem geoptimaliseerd in nauwe samenwerking met de telers, maar ook met onze potentiële klanten uit de papierindustrie. Ondertussen hebben we twee proefklanten en nog eens 24 geïnteresseerde partijen kunnen enthousiasmeren voor onze technologie. Dit toont ook aan dat de papiersector een extreme behoefte heeft aan alternatieve grondstoffen. Ons proces biedt dus niet alleen een oplossing voor het afvalprobleem bij de teler, maar we beantwoorden ook aan een bepaalde behoefte van de klant."
In eerste instantie is een periode van twee jaar gepland voor de testinstallatie, zegt Niklas Tegtmeier, ook medeoprichter van eco:fibr GmbH en drijvende kracht vanaf het allereerste begin. "Gedurende deze periode zullen we ongeveer twee ton ananasvezels produceren, die gebruikt zullen worden voor een breed scala aan testproducten, zoals papier voor schilders en ander speciaal papier. Idealiter worden de grondstoffen later ook gebruikt voor de productie van groenten- en fruitverpakkingen. Dat zou mooi meegenomen zijn. Op de lange termijn denk ik dat dat zeker mogelijk is."
Links: Gedroogde ananasplanten
Rechts: Verbrande planten, zoals nog steeds de gewoonte is in Costa Rica
Transport van het veld naar de verwerking
De volgende stap is de bouw van een demonstratielijn op locatie in Costa Rica, die volgens de planning in 2026 in gebruik zal worden genomen. In de toekomst moeten hier tot 5.000 ton ananasvezels per jaar geproduceerd worden. Tegtmeier: "De grootste uitdaging waar we momenteel voor staan is het transport van het veld naar de verwerking. De planten worden nog steeds op het veld gedroogd, gehakseld en gespreid. Als we echter pulp uit de planten willen halen, moeten de planten idealiter in een compacte vorm van het veld komen."
"Tot nu toe zijn hier alleen handmatige methoden voor, die op hun beurt erg omslachtig en duur zijn", zegt hij. "We zouden ook graag onze krachten bundelen met degenen die voor dezelfde uitdaging staan, zodat we samen oplossingen kunnen uitwerken en de benodigde tijd en mankracht aanzienlijk kunnen verminderen."
© eco:fibr GmbH
Alleen 'groene' ananasplanten zoals hier afgebeeld zijn geschikt voor verdere verwerking
Verdere toepassingen
"De langetermijnstrategie en doelstelling van eco:fibr is om het proces uit te breiden naar andere toepassingen", vervolgt Ulmer. "De basisvereisten voor verder gebruik zijn enerzijds een laag ligninegehalte, d.w.z. dat het product niet te 'houterig' mag zijn. Anderzijds mogen de planten niet te lang gegroeid zijn, ongeveer één tot twee jaar. Dus als iemand restproduct heeft, staan wij ook open voor contact en een eerste kennismaking."
"De eenvoudige technologie van de installatie is bijzonder voordelig", benadrukt Tegtmeier. "De installatie is gedecentraliseerd of modulair, zodat ze in de directe omgeving van de plantages kan worden opgezet. Aangezien we alleen producten met een laag ligninegehalte gebruiken, worden er minder chemicaliën gebruikt bij de uiteindelijke vezelextractie, met dienovereenkomstig lagere temperaturen. Dit draagt weer bij aan een lager energieverbruik. Het is ook belangrijk om te onthouden dat hout talloze toepassingen heeft in een context van afnemende beschikbaarheid van grondstoffen. Daarom is het des te belangrijker om duurzame alternatieven te ontwikkelen en te implementeren."
Voor meer informatie:
Merit Ulmer & Niklas Tegtmeier
eco:fibr GmbH
Walderseestraße 7
D-30163 Hannover, Duitsland
contact@ecofibr.de
www.ecofibr.de