De Europese Commissie heeft het Vlaams Strategisch Plan groen licht gegeven. Dit plan geeft invulling aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor de periode 2023-2027.
Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van start. Dat brengt heel wat veranderingen met zich mee voor de landbouwers.
Boerenbond reageert hier en stelt dat het plan 'niets te vroeg' komt.
Ook voor de biologische boeren zijn er een aantal nieuwe elementen. BioForum heeft ze op de eigen website op een rij gezet:
Belangrijk voor de bio-sector is de biologische hectarepremie en de wijzigingen daar. Wie vanaf 2023 wil omschakelen naar bio, wordt beloond met een fors hogere omschakelingspremie dan vandaag het geval is. Voor grasland en meerjarige voederteelten wordt die 390 euro per hectare, voor akkerbouwteelten, 900 euro per hectare en voor fruit, groenten en kruiden 1.700 euro per hectare.
Ook de biologische voortzettingspremie is grondig gewijzigd. De bedragen liggen lager dan de huidige premies. Voor de eerste 5 hectare zal een boer 200 euro per hectare krijgen, voor de 6de tot de 75ste hectare, 100 euro per hectare en daarna 50 euro per hectare.
De nieuwe voortzettingspremie lijkt op het eerste zicht dus slecht nieuws, maar positief is wel dat die voor het eerst combineerbaar is met alle andere mogelijke maatregelen (zogenaamde agromilieumaatregelen en de nieuwe ecoregelingen). Dat zijn er heel wat en sommige daarvan, zoals mechanische onkruidbestrijding, gewasrotatie of het verhogen van het koolstofgehalte in de bodem passen biologische boeren sowieso al toe. Ondanks de lagere voortzettingspremie is de kans dus groot dat het nieuwe systeem uiteindelijk gunstig uitpakt voor de bio-sector.
Conditionaliteit
Tot nog toe waren de meeste bio-boeren vrijgesteld van de vergroeningsvereisten inzake blijvend grasland, gewasdiversificatie en ecologische focusgebieden. Vanaf 2023 kan dat niet meer. De vergroeningsvereisten worden dan opgenomen in de conditionaliteit. Er treden voor de bio-sector dus ook wat nieuwe regels in voege. Een volledig overzicht van de conditionaliteit is hier te vinden.
VLIF
Ook bij het VLIF verandert er wat. Het belangrijkste is dat de voorwaarden voor VLIF-steun zijn veranderd en vereenvoudigd. Voor de klassieke VLIF-steun voor productieve investeringen moet je bedrijf vanaf nu een verdiencapaciteit hebben van minstens 15.000 euro. Dit vervangt de vereiste van een minimaal bruto bedrijfsresultaat van 40.000 euro/jaar en het nettoberoepsinkomen van meer dan 12.000 euro/jaar uit de landbouwactiviteit (en minder dan 12.000 euro/jaar uit niet-landbouwactiviteiten). Ook de maximum omzet uit niet-landbouw vervalt.
Nieuw is ook dat er een verhoogde steun zal gelden voor stallen die minstens vijf jaar lang na de eindbetaling biologisch gecertificeerd blijven
Bron: www.bioforum.be / www.boerenbond.be