Een groep wetenschappers zoekt in Colombia, samen met enkele kleinschalige telers, naar zaden van inheemse aardappelrassen om te voorkomen dat deze verdwijnen. Het project wordt gefinancierd door Fontagro en kan ook rekenen op de deelname van een Boliviaanse universiteit en enkele andere verenigingen die inheemse rassen willen beschermen.
In de streek rond Carmen de Carupa, een gemeente in Colombia, hebben extreme temperatuurschommelingen en hevige regenval als gevolg van de opwarming van de aarde veel telers ertoe gebracht geen aardappelen meer te poten. "Maar in Colombia groeien 38 inheemse rassen die een genetisch profiel hebben dat hen beter bestand maakt tegen droogte of hevige regenval", zegt professor María del Pilar Márquez, die samen met onderzoekers Ismael Villanueva en Adriana Sáenz deel uitmaakt van het project. "Op de markt geven kopers evenwel de voorkeur aan meer conventionele aardappelrassen."
"Mogelijk zijn we zelfs al enkele rassen kwijtgeraakt", zegt Sáenz. "We willen nu zo ver mogelijk teruggaan om de aardappelen te redden die door de vorige generaties en oude culturen werden aangeplant."
Meerdere boeren uit Carmen de Carupa en omgeving reageerden op de oproep van de onderzoekers om het weinige pootgoed van de met uitsterven bedreigde aardappelen ter beschikking te stellen. Gezien frequente oogstverliezen en het gebrek aan goede afzetmogelijk-heden hebben vele telers er immers voor gekozen de aardappelteelt te vervangen door veeteelt.
Márquez merkt op dat er in Colombia zo'n 60 inheemse rassen en 30 commerciële rassen zijn, maar slechts enkele van die rassen komen op de markt. Voor haar zouden alle rassen naast elkaar moeten kunnen bestaan in de retail, maar ook in andere – voor de telers voordeligere – verkoopkanalen.
Bron: AFP / semana.com