Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Werken aan klimaatbestendiger landbouw in Oost-Afrika"

Klimaatverandering brengt meer droogte in Tanzania. Dat brengt niet alleen de teelt van zonnebloemen in gevaar, maar ook de productie van zonnebloemolie. Daarom zoeken de olieproducenten naar oplossingen. Wageningse onderzoekers brachten bij het CRAFT-project de verwachte productiedaling door het veranderende klimaat in Oost-Afrika in kaart. Met die kennis kunnen handelaren en voedselverwerkers boeren helpen met droogtetolerant zaaigoed, betere bodembewerkingstechnieken en irrigatiesystemen.


Foto WUR

Overal ter wereld hebben telers te maken met de uiteenlopende gevolgen van klimaatverandering: meer droogte of juist vaker intensere regenval, hogere temperaturen maar soms ook grotere kans op nachtvorst, overstromingen en verzilting. In de toekomst kan klimaatverandering zorgen voor hogere voedselprijzen, bijvoorbeeld in stedelijke gebieden in Afrika. Om dit te voorkomen, moet de agrarische sector klimaatbestendiger worden. Maar hoe organiseer je dat? Een Nederlands project waar Wageningen aan meedoet, en dat gecoördineerd wordt door SNV, richtte zich de afgelopen jaren op de Oost-Afrikaanse landen Tanzania, Kenia en Uganda.

Bonen, sesam en aardappels
"We richten ons specifiek op voedselgewassen waar niet zoveel aan verdiend wordt, maar waar wel vraag naar is", vertelde de Wageningse onderzoeker Annemarie Groot in 2019, een jaar na de start van het CRAFT-project. De focus lag in Tanzania op zonnebloemen en de gewone boon, in Uganda op sesam en soja en in Kenia op aardappels en 'green grams', kleine peulvruchten. In Tanzania telen bijvoorbeeld veel boeren zonnebloemen. Vanuit de stad en het platteland is er veel vraag naar zonnebloemolie.

Door toenemende droogte daalt de productie van zonnebloemenzaad en gaat de kwaliteit achteruit. Hierdoor ontstaat er een tekort aan toevoer van goed zonnebloemzaad. Dat is niet alleen een probleem voor de boeren, maar ook voor de bedrijven die zonnebloemzaden verwerken. "Ze kunnen niet aan de vraag naar olie voldoen en niet meer efficiënt werken, de machines liggen stil. Bedrijven voelen de gevolgen van klimaatverandering dus in hun portemonnee. Ze hebben dan ook veel interesse om te investeren in oplossingen die de boeren helpen hun oogst veilig te stellen", aldus Groot destijds.

Effect op de oogst
Dit project zocht juist de samenwerking op met de producenten, voedselverwerkers en verkopers. Dat gebeurde in workshops, waarin de klimaatprognoses werden besproken. En daar kwam de Wageningse bijdrage om de hoek kijken. Onderzoekers bekeken de effecten van klimaatverandering op de agrarische productie. Daarvoor werkten ze met de klimaatprojecties van CAFFS, specifiek voor regio’s en gewassen. Onderzoekers in Wageningen bekeken wat deze klimaatprojecties, oftewel klimaatverwachtingen op de lange termijn, betekenen voor de teelt en opbrengst van een gewas in een bepaald gebied. Zo konden projecties bijvoorbeeld laten zien dat het regenseizoen eerder of juist later begon. Wageningse wetenschappers keken vervolgens welk effect dit had op het tijdstip van zaaien en oogsten. En bij een toenemende kans op droogte modelleerden onderzoekers het effect hiervan op de opbrengst van het gewas.

Klimaatrisico’s
In 'climate risk assessment workshops' bespraken de deelnemers de klimaatprognoses en de effecten. Naast natschade en de toenemende kans op ziekten en plagen, vormt de groeiende kans op droogte de grootste bedreiging. Bij de vraag wat ze zelf merkten van de klimaatverandering noemden deelnemers allemaal de hogere temperaturen. In sommige gebieden viel er minder regen in het groeiseizoen, in andere juist meer. Aan de hand van de discussies over de effecten van klimaatverandering nu en in de toekomst, bepaalden de deelnemers of er sprake was van echte klimaatrisico’s. Als er door droogte en hitte weinig water is maar de boeren hebben goede irrigatiesystemen, ervaren ze geen risico’s. Maar op het moment dat het grondwater zo diep zakt dat irrigatie niet meer mogelijk is of te kostbaar wordt, is er wel sprake van een klimaatrisico.

Trainingen, zaad en irrigatie
Zodra de risico’s waren vastgesteld, bespraken de workshopdeelnemers manieren om de activiteiten in de keten -­ van boeren en verwerkingsbedrijven tot handelaren en andere marktpartijen – meer klimaatbestendig te maken. Groot: "Klimaatverandering biedt ook kansen, onder meer voor bedrijven die droogteresistent zaaigoed verkopen en voor verzekeringmaatschappijen waar boeren zich kunnen indekken tegen droogteschade."

In april van dit jaar maakte CRAFT resultaten bekend. Het project heeft vanaf de start tot eind 2021 54 bedrijven in de keten voor Climate Smart Agriculture ondersteund met in totaal 7 miljoen euro. De lokale private agrisector zelf investeerde 13 miljoen euro. Die sector ondersteunde zo al 266.000 kleinschalige boeren die actief zijn in verschillende waardeketens voor gewassen, bestaande uit peulvruchten, oliezaden en aardappelen, in Kenia, Oeganda, en Tanzania.

Bron: WUR

Publicatiedatum: