Betrouwbare kwaliteit en smaak bepalend voor (her)aankoop tomaten

Op dinsdagmiddag 13 december is er vanuit het project Samenwerken aan Vaardigheden op het GreenQ Improvement Centre een verdiepingssessie over de Waarde van Tomaat georganiseerd. In deze sessie is ingezoomd op de wensen van de consument. Vervolgens is gekeken welke mogelijkheden vanuit de teelt er zijn om aan deze wensen tegemoet te komen.

Wilco van den Berg van het Productschap Tuinbouw gaf in zijn lezing aan dat in Engeland en Duitsland de consumptie van tomaat, naast prijspromoties, te verhogen is door een hogere kwaliteit, een betere smaak en bijpassende productinformatie.
Jo Kloet, de oprichter van adviesbureau Green Inspiration, vertelde aan de hand van één van zijn projecten hoe een bulkproduct als aardappel kan worden opgewaardeerd tot een specialty. Door een consequent uitgevoerd concept kan gedurende 365 dagen per jaar een betrouwbare constante smaak en kwaliteit worden gegarandeerd.

Als laatste inleider gaf Caroline Labrie van Wageningen UR Glastuinbouw duidelijk aan dat ook bij Tomaat een constante smaak te borgen, te meten en te reproduceren is. Voor een goede smaak zijn naast het ras ook de teeltmethode, de teeltmaatregelen en de na-oogstcondities van essentieel belang.

In de discussie werd benadrukt dat het hoog tijd is om nieuwe projecten te ontwikkelen en concreet te gaan uitwerken, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen de teelt, de keten en de communicatie. Het is hierbij belangrijk om nieuw onderzoek te betrekken, zoals de verhoging van het vitaminegehalte onder invloed van andere lichtkleuren vanuit LED-belichting.

‘Samenwerken aan Vaardigheden’ is een gezamenlijk initiatief van GreenQ
Improvement Centre, Wageningen UR Glastuinbouw, Priva, Certhon en TNO met als doel de toepassing van nieuwe, duurzame technologie in de tuinbouw te bevorderen. Wij informeren ondernemers, technische toeleveranciers en voorlichters over technische innovaties om de glastuinbouw duurzamer te maken en samen praktische ervaring op te doen. Gedurende vijf jaar wordt het project gefinancierd door Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Provincie Zuid-Holland en maken zij het mogelijk om jaarlijks vijf projecten te realiseren.