
Tholen – Op de Themadag uien gaf Pieter Post van DCA een lezing over de ontwikkelingen op de afzet van uien over de afgelopen jaren en de verwachting voor de toekomst. De partijen op de markt, telers, commissionairs, inkopers, sorteerders en exporteurs weten afzonderlijk niets van de markt en de prijsontwikkeling. Maar om deze kennislacunes aan te vullen zijn er graadmeters voor de uienmarkt, zoals de beursberichten van Goes op dinsdag, Middenmeer op woensdag, Emmeloord op donderdag en Leeuwarden op vrijdag. Op deze beurzen worden de prijzen van de transacties verwerkt en de stemming geduid. De zaadverkoop, de meitelling en de exportcijfers van PT/KCB zijn ook graadmeters en daarnaast is de onderlinge uitwisseling van gegevens belangrijk.

Het areaal in 2010/11 bedroeg 22.097 hectare zaaiuien, 4.548 ha. 2e jaars plantuien en 1.255 ha. 1e jaars plantuien. De zaaiuien werden geteeld door 2.757 telers met meer dan 2 ha. En 111 met minder dan 2 hectare. Het aantal plantuientelers is onbekend. Ongeveer 25% is gecontracteerd en de rest is voor de daghandel. Totaal is 90% bestemd voor export, vooral naar Afrika en Rusland en er is geen indekinstrument, waardoor relaties erg belangrijk zijn.

Pieter Post verwacht voor de komende helft van het afzetseizoen een dalende vraag uit Afrika, een snel slinkende voorraad in de EU en een toenemende vraag uit Rusland en het Oostblok. Goede kwaliteitsuien zullen tot mei/juni beschikbaar zijn en de prijzen zijn mede afhankelijk van de hoeveelheid import. Pieter Post zei niet in een glazen bol te kunnen kijken, maar dit wilde hij de insiders wel meegeven: ‘Of je nou weinig hoop hebt op de afloop van dit seizoen of nog minder hoop dat de prijzen nog kunnen stijgen, houd dan goede hoop dat het altijd uien blijven”.
