In het Colombiaanse dorp Zona Bananera, in de regio Magdalena, werken vier coöperaties van kleinschalige bananentelers — Coobafrío, Asobanarcoop, Emprebancoop en Coomulbanano — samen aan een stevig alternatief voor de grootschalige bananenteelt. Ondanks structurele uitdagingen weten ze hun plek op de Europese markt vast te houden.
Samen vertegenwoordigen de coöperaties zo'n 600 kleinschalige telers, goed voor een areaal van 1.800 hectare en een gezamenlijke jaarlijkse export van ongeveer 400 containers. Wat hun product onderscheidt, is de manier van telen: kleinschalig, traditioneel en met minimale impact op het milieu. "We gebruiken al zo'n 15 jaar geen gewasbeschermingsmiddelen meer", vertellen de telers. In plaats daarvan werken ze met biocompost, bodemmicro-organismen en natuurlijke meststoffen om de vruchtbaarheid van de grond te verbeteren. Hun bananen zijn volgens hen "vers, gezond en klaar voor consumptie, zonder poespas".
© Diana Sajami | AGF.nl
De bananenteelt is hier onlosmakelijk verbonden met het familiebedrijf. "Van elke plantage hangt het levensonderhoud af van meerdere generaties: ouders, kinderen, grootouders. Het inkomen uit de bananen zorgt voor onderwijs, eten en ontwikkeling van onze gemeenschap."
De coöperaties ontstonden in de jaren 90, toen veel lokale exporteurs verdwenen. De telers moesten zich toen noodgedwongen verenigen om te kunnen blijven verkopen. "We hadden geen keuze. Alleen samen konden we onze bananen blijven exporteren", vertelt een van hen.
Daarnaast heeft het gewapende conflict in Colombia diepe sporen nagelaten. "Ook wij zijn getroffen. Nu zijn we bezig ons land en ons leven weer op te bouwen." Hoewel ze aangeven dat echte vooruitgang tijd kost, kijken ze hoopvol vooruit.
De opbrengst per hectare is inmiddels gestegen van gemiddeld 33-35 naar 43-44 kartons per hectare per week in 2025. Toch blijft het lastig om het hoofd boven water te houden. De teeltkosten rijzen de pan uit door dure landbouwinputs, gebrekkige infrastructuur en het moeizame transport van kleine hoeveelheden fruit van verspreide percelen. Dat alles drukt niet alleen op de winst, maar zorgt ook voor kwaliteitsverlies. Ook het onderhouden van de verplichte certificeringen is een zware dobber. "Er zijn er gewoon te veel. Ze zouden beter afgestemd moeten worden", klinkt het.
© Asocoomag
Het merendeel van de bananen gaat naar Europa: conventionele Cavendish, aangevuld met kleinere volumes biologische en Fairtrade-bananen.
De coöperaties doen een oproep aan de consument en aan beleidsmakers. "Wie Colombiaanse bananen koopt, helpt onze gezinnen vooruit: op het land, op school en op de weg. Maar dan moet er wel eerlijk gerekend worden. De prijs per karton moet gebaseerd zijn op wat het echt kost om die te telen."
Intussen werken ze aan een eigen merk: Foncho Bananas. Die naam staat nog in de kinderschoenen, maar het doel is helder. "We willen dat de wereld ons leert kennen. Kom kijken hoe wij bananen telen, van dichtbij."
Voor meer informatie:
Asociación de Cooperativas de Magdalena (Asocoomag)
Colombia
[email protected]
https://asocoomag.com.co/