In Santa Rita de Siguas, van oudsher een landbouwzone in het woestijnachtige gebied rond Arequipa, heeft de invoering van druppelirrigatie aan het begin van deze eeuw de teelt op zijn kop gezet. Dat geldt ook voor Fundo América, een familiebedrijf dat inmiddels wordt gerund door de derde generatie van de familie Lozada García. Tegenwoordig telen ze druiven en granaatappelen. Tot vorig jaar stond er ook nog zoete ui op het land. Toch ligt de oorsprong van het bedrijf in de melkveehouderij, dat al sinds 1968 bestaat.
"Dankzij druppelirrigatie zijn we veel efficiënter gaan beregenen", vertelt Adrián Lozada Acosta, de jongste telg van de familie die actief is in het bedrijf. "We besparen water en kunnen daardoor meer land bevloeien." Het water komt uit de rivieren Siguas en Colca, gevoed door het smeltwater van de Nevado Ampato, een slapende vulkaan van ruim 6.000 meter hoog, op nog geen honderd kilometer afstand. "Met een betrouwbare watertoevoer, een mild klimaat en volop zon, gecombineerd met een slimme aanpak van de bodem, zijn de omstandigheden ideaal voor de teelt van groenten en fruit."
Tot vorig jaar was zoete ui een zekerheid in het assortiment van Fundo América. De eerste export van Peruaanse zoete uien in 1992 staat overigens op conto van dit bedrijf. "De helft van onze uien was doorgaans voor Spanje bestemd, de andere helft ging naar de Verenigde Staten", vult Carlos Lozada, vader van Adrián en manager van het bedrijf, aan. "Maar toen de pacht, die lang op $2.500 per hectare lag, de voorbije jaren plots ging stijgen en de $5.000 aantikte – de hausse van de teelt van cochinilleluis om zijn karmijnrode kleurstof is de grootste boosdoener –, hield de uienteelt op interessant te zijn. Het zijn hoe dan ook 33 jaar uienteelt waaraan we warme herinneringen koesteren."
© FreshPlazaCarlos Lozada García en zijn zoon Adrián onder het schaduwdoek dat de granaatappelen beschermt tegen zonnebrand.
En dus komen meerjarige teelten zoals druiven en granaatappelen in beeld. "Granaatappel biedt een mooi oogstvenster: van half januari tot half maart", aldus Adrián. "In Ica, een groot teeltgebied in het centrum van Peru, concentreert de oogst zich in maart en april. Bovendien kleurt de granaatappel, waarvan we het ras Wonderful telen, in onze zone veel beter door een groot verschil in de temperatuur tussen dag en nacht. En hoewel de kosten hier iets hoger liggen dan in Ica – we liggen verderaf van de haven en arbeid is bijna de helft duurder – ontvangen we per krat van 3,8 kilo in de maand januari toch twee dollar meer. Dat compenseert." De belangrijkste bestemming voor de granaatappelen van Fundo América is Duitsland, maar vanuit Arequipa worden ook enkele volumes verzonden naar het Midden-Oosten en Rusland.
© FreshPlaza
Twee jaar na aanplant kunnen er al granaatappelen worden geplukt in Santa Rita de Siguas. Deze foto is eind oktober genomen; de oogst begint halverwege januari. Fundo América combineert fruitteelt met melkveehouderij, die zowel een bron van inkomen is als van organische mest voor de granaatappel- en druivenpercelen.
Dat arbeid duur is geworden, illustreert Adrián met het feit dat arbeid rond de eeuwwisseling 20% van de totale bedrijfskosten vertegenwoordigde, terwijl dat momenteel 40% is in deze zone van Peru. "De prijs voor arbeid is gewoon het resultaat van de interactie tussen vraag en aanbod. Het is een van de oorzaken waarom we geen zoete uien meer telen – een gewas dat bekend staat als arbeidsintensief –, maar dat betekent niet dat de fruitteelt daar helemaal immuun tegen is. Ook granaatappelen vergen ettelijke manuren. Denk aan snoeien en uitdunnen, maar bovenal elke vrucht afzonderlijk in een papieren zak wikkelen om zonnebrand op de schil te vermijden. Die handeling alleen is goed voor een derde van alle arbeidsuren in de granaatappelboomgaard."
Om minder afhankelijk te zijn van handjes, testen ze bij Fundo América nu de werking van schaduwdoeken boven de bomenrijen. Volgend seizoen hoopt Adrián wijzer te zijn geworden. Uitdagingen zijn evenwel de soms harde wind, de beperktere fotosynthese en de vrees dat de schil minder goed kleurt.
In oogsttijd vertrekken de granaatappelen per vrachtwagen naar een pakstation in de buurt, waar ze geborsteld, gewassen, gesorteerd en verpakt worden in zakken met gemodificeerde atmosfeer. Daarna worden ze teruggekoeld naar 6ºC. Van boom tot klant in Duitsland zijn de granaatappelen iets meer dan vier weken onderweg. "Maar in Europa zelf houden de granaatappelen het nog enkele maanden uit in de koelkamers. Al horen we van onze klanten dat de meeste volumes meteen na aankomst al in de schappen liggen. De vraag is tussen half februari en half april, wanneer de consument in Europa kan genieten van de granaatappelen uit Arequipa, zeker niet kleiner dan het aanbod", legt Carlos uit.
"Turkije is geen concurrent voor ons", vervolgt de eigenaar. "In koelkamers hebben zij vanaf hun oogst in oktober volumes beschikbaar tot februari. Als de granaatappelen uit Arequipa op de markt komen, steken de laatste Turkse vruchten daar flets bij af. Die zijn hun frisheid kwijt en vormen geen echte concurrentie meer. Zuid-Afrika overlapt deels, met name vanaf maart, maar noch de volumes, noch de kwaliteit zijn een partij voor Peru."
Een groot voordeel van Fundo América is de afgelegen ligging van de percelen. "We hebben praktisch geen buren, we zitten midden in de woestijn", vertelt Adrián. "Daardoor hebben we geen last van drift van gewasbeschermingsmiddelen van omliggende velden. Geen onverwachte problemen dus."
© FreshPlaza
70% van de granaatappelen wordt bij Fundo América in een papieren zak gewikkeld om zonnebrand te voorkomen. Deze klus wordt in september gedaan, vier maanden voor het begin van de oogst.
De granaatappel zelf is bovendien een vrij weerbare teelt, met weinig last van plagen of ziektes. "We hebben soms te maken met aaltjes, maar die houden we in toom met gerichte biologische bestrijding", legt Carlos uit. "We zetten schimmels in zoals Paecilomyces lilacinus en Bacillus subtilis. Dat werkt beter en is goedkoper dan chemische middelen."
De tweede pijler van Fundo América is de druiventeelt. "In onze streek kunnen we door de bijzondere teeltomstandigheden zelf het oogstmoment bepalen", aldus Adrián. "De meeste winst behalen we met afzet in de regio, met name in Bolivia, Colombia en Centraal-Amerika tussen juni en augustus. We vermijden hoge logistieke kosten naar verre markten, profiteren van de goede prijzen in het laagseizoen en kampen niet met de strenge eisen van de Europese markt."
De druiventeelt is bij Fundo América om nog een reden interessant: ze sluit qua watergebruik perfect aan op de granaatappelteelt. "Ons doel is dan ook om in de nabije toekomst van elke teelt 50 hectare te beheren. Nu zitten we op 30 hectare voor granaatappel en 20 ha voor Red Globe druiven. Ook de inzet van personeel is dan mooi verdeeld over twee aansluitende perioden."
Pas vier jaar geleden werden de Red Globe ranken aangeplant. "Toch is het doel om in de toekomst uit te breiden met gepatenteerde rassen. We denken aan Sweet Globe en Allison. En dan komt de exportmarkt buiten Zuid-Amerika ook in het vizier voor druiven", besluit Adrián.
Voor meer informatie:
Adrián Lozada Acosta
Fundo América SAC
Calle Santa Martha 104, dpto B
Arequipa (Peru)
Tel: +51 995 883 654
[email protected]
www.fundoamerica.com.pe