Ook in de zanderige gronden rond Pisco, zo'n 250 kilometer ten zuiden van Lima, loopt het Peruaanse blauwe bessenseizoen op zijn einde. Valle y Pampa zorgt er al vijftien jaar voor werkgelegenheid aan duizenden mensen. "De tuinbouwsector creëert formele banen, helpt armoede terug te dringen en geeft het platteland weer perspectief", vertelt Miguel Bentín, algemeen directeur van het bedrijf.
Valle y Pampa is een opvallende speler binnen de agrarische sector. Het bedrijf beheert onder meer Agrícola San Gallán, gespecialiseerd in granaatappelen, en Family Farms Peru, een joint venture met het Amerikaanse Family Tree Farms, die zich toelegt op blauwe bessen. Beide bedrijven zijn gevestigd in Pisco. In totaal beheren ze hier 700 hectare fruitteelt: 600 hectare voor blauwe bessen en 54 voor granaatappelen. Voor die laatste is uitbreiding in de maak.
© Valle y Pampa
"40% van de blauwe bessen heeft een diameter groter dan 20 millimeter", zegt Miguel Bentín.
Blauwe bessen in zanderige bodem
Waar veel andere telers blauwe bessen in potten kweken, doet Valle y Pampa het anders: zij planten direct in de grond. "Onze bodem bestaat uit fijn, dood zand, echt woestijnzand. Maar we hebben een systeem ontwikkeld waarin we een strook substraat aanbrengen, alsof het een lange, doorlopende pot is", legt Bentín uit.
Die aanpak is gebaseerd op vijftien jaar ervaring, als pionier in het telen van blauwe bessen aan de Peruaanse zuidkust. Het substraat houden ze op peil met compost van hun eigen snoeiafval. En hoewel potplanten sneller in productie komen, zijn de opbrengsten bij vollegrondsplanten op de lange termijn vergelijkbaar. Als je het ras niet vervangt, blijven de struiken minstens vijftien jaar productief.
© Valle y Pampa
Valle y Pampa teelt blauwe bessen in de grond in plaats van in potten.
Kwaliteitsrassen en gespreide oogst
Alle blauwe bessen van Family Farms Peru komen uit het rassenpakket van het Australische Mountain Blue Orchards (MBO), waarvoor Family Tree Farms de licentie voor vermarkting in Peru heeft. De bekendste rassen heten Eureka, Eureka Gold, Eureka Sunset en Eureka Sunrise.
"Allemaal premiumrassen", aldus Bentín. "Ze smaken goed, zijn knapperig en groot van stuk. Zo'n 40% van de oogst haalt een diameter van meer dan 20 millimeter, bij sommige rassen is dat zelfs 80%." De oogst in Pisco loopt van juni tot december, wat zorgt voor werkzekerheid over een langere periode. Dankzij de mix van vroege, middellate en late rassen kunnen ze gericht inspelen op verschillende markten.
© Valle y Pampa
Dit jaar verwacht Family Farms Peru zo'n 11.000 ton blauwe bessen te oogsten. De gewassen verschillen in leeftijd, van één tot vijf jaar oud. In 2026 verwacht het bedrijf een groei van 35%, met een productie van 18.000 ton in 2027, als alles op volle toeren draait.
Ruim 60% van de bessen gaat naar de VS, dankzij de verkoopkanalen van Family Tree Farms. Zo'n 10% gaat naar Azië, vooral China. Nog eens 25% vindt zijn weg naar het VK en het Europese vasteland. De rest gaat naar andere markten.
Voor Aziatische bestemmingen, zoals China, verpakken ze direct op het veld. Dat kan door de uniformiteit van de rassen. Voor Europa wordt gebruik gemaakt van geautomatiseerde sorteerlijnen.
© Valle y Pampa
Granaatappelen als slimme aanvulling
De granaatappelmarkt is kleiner en stabieler, maar speelt een belangrijke rol voor Valle y Pampa. Via dochterbedrijf Agrícola San Gallán oogsten ze jaarlijks zo'n 2.000 ton, voornamelijk van de betrouwbare Wonderful variëteit. "Peru produceert in totaal zo'n 40.000 ton. Als dat veel meer wordt, raken de markten verzadigd", zegt Bentín.
De oogst begint in maart, wat mooi aansluit op het blauwe bessenseizoen. "Zo kunnen we personeel van de granaatappelen door laten stromen naar de blauwe bessen. Daarmee verlengen we het werkseizoen", aldus Bentín. De oogstperiode loopt van eind maart tot begin juni, met als belangrijkste afzetmarkten het VK en Europa.
Om toegang te houden tot alle markten, beschikt het bedrijf over tal van certificeringen, onder meer op het gebied van voedselveiligheid, waterbeheer, sociale verantwoordelijkheid en milieuzorg. "Smeta is het strengst op sociaal vlak", zegt Bentín. "Andere focussen meer op het milieu. Je hebt ze allemaal nodig."
© Valle y Pampa
Waardig werk op het land
In het hoogseizoen werken er tot 4.200 mensen bij Valle y Pampa. In maart begint het met zo'n 400 mensen, oplopend tot enkele duizenden in december. Het vinden van voldoende arbeidskrachten blijft een uitdaging, maar Bentín ziet het positief: "Het dwingt ons om een betere werkgever te zijn. Dat vertaalt zich in meer welzijn voor het platteland."
In de regio Ica, waar Pisco onder valt, is de werkloosheid volgens Bentín nul. "De tuinbouw is de grootste werkgever in Peru. Eén op de vijf formele banen komt uit deze sector. Het zorgt voor ontwikkeling, vooruitgang en nieuwe kansen, juist op plekken waar ooit niets was."
Beperkingen: water en logistiek
Toch zijn er ook obstakels. Vooral de infrastructuur en de watervoorziening vormen een rem op verdere groei. Logistiek is een probleem: te weinig afvaarten, onvoldoende containers, en een gebrek aan betrouwbare diensten. Maar het grootste knelpunt is water.
"Het zuiden van Peru heeft geen irrigatieprojecten", zegt Bentín. "In Pisco zijn we volledig afhankelijk van grondwater. En elk regenseizoen stroomt er 500 tot 600 miljoen kubieke meter zoet water uit de rivier Pisco de zee in. Een gemiste kans, pure verspilling."
Na jaren van snelle groei richt Valle y Pampa zich nu op consolidatie. "We willen optimaliseren wat we al doen: efficiënter, beter, met meer aandacht voor duurzaamheid en traceerbaarheid. Groei is mooi, maar alleen als het verantwoord is", aldus Bentín. Toch sluit hij uitbreiding naar andere regio's of zelfs het buitenland niet uit, als de juiste kansen zich aandienen.
Voor meer informatie:
Miguel Bentín (directeur)
Valle y Pampa
Av. Alberto del Campo 409 Of. 502
Magdalena (Lima) – Peru
[email protected]
www.vallypampa.com