De snelle verspreiding van Thrips parvispinus in Almería zorgt voor onrust binnen de AGF-sector. Sommige telersorganisaties, zoals Coexphal, opperden zelfs een rigoureuze maatregel: een maand lang stoppen met telen in alle kassen om de cyclus van het insect te doorbreken. In combinatie met intensieve bestrijding en andere noodmaatregelen zou dat de plaag moeten terugdringen. Maar volgens Roque García, vicevoorzitter van UPA Andalucía, is dat in de praktijk onhaalbaar.
"Het klinkt simpel: iedereen stopt een maand met telen. Maar in de realiteit werkt het niet zo", legt García uit. "We zijn geen uniforme sector. Elke teler heeft zijn eigen teeltplanning, rassenkeuze, oogstmoment en afspraken met afnemers. Wat op papier een snelle oplossing lijkt, is in de praktijk technisch en economisch niet uitvoerbaar."
© Ruud Morijn | Dreamstime
Een volledig stilleggen van duizenden hectares paprika, komkommer, courgette, tomaat en aubergine zou bovendien een enorme gecoördineerde ontsmettingsactie vergen. "En die gelijktijdige aanpak is niet te organiseren", aldus García. "Een biologische pauze betekent meer dan stoppen met planten. Je hebt minimaal twee weken rust in de kas nodig, zonder gewas, plus bijvoorbeeld solarisatie. Alles tegelijk uitvoeren is iets wat zelfs binnen één coöperatie nog nooit is gelukt, laat staan op regionale schaal."
UPA begrijpt wel waar het idee vandaan komt. De organisatie pleit al jaren voor rustperiodes en bodemontsmetting als onderdeel van geïntegreerde teelt, vooral op uitgeputte gronden. Maar om het als algemene verplichting in te voeren in heel Almería of Granada? "Dat is technisch, organisatorisch en financieel gewoon niet te doen. We kunnen het adviseren, maar niet afdwingen."
De plaag van Thrips parvispinus is inmiddels vrijwel overal aanwezig. "Alle bedrijven hebben ermee te maken gehad, in meer of mindere mate", zegt García. Toch blijft de directe schade beperkt: tussen de 10 en 15% van de vruchten is niet verhandelbaar. "We zijn voorlopig geen marktaandeel kwijtgeraakt, al zien we dat de prijzen wel onder druk staan, iets dat trouwens ook in andere getroffen landen gebeurt."
Volgens UPA ligt de sleutel in versterking van de biologische bestrijding. "Het gaat er nu om het juiste evenwicht te vinden. Welke natuurlijke vijanden werken het best? Welke protocollen geven resultaat? Daar moeten we scherp op sturen", legt García uit. "De sector in Almería heeft al eerder laten zien dat het zich volledig kan heruitvinden. In 2008 hebben we dat ook gedaan, en dat was een veel grotere omslag dan wat er nu nodig is."
Telercoöperaties, toeleveranciers en sectororganisaties werken inmiddels samen aan een vernieuwd protocol, specifiek gericht op T. parvispinus. García verwacht dat de meeste bedrijven zich daar tegen het volgende seizoen goed op hebben ingesteld. "Dit is geen structurele crisis. De teelt staat niet op het spel. We hebben nog steeds voldoende aanbod en ruimte om in te grijpen. Bovendien beschikken we over kennis en ervaring."
Wat betreft steunmaatregelen verwacht UPA dat er binnenkort specifieke regelingen komen voor getroffen telers. Die zouden zowel verliescompensatie als hulp bij het inzetten van biologische bestrijding kunnen omvatten.
De conclusie van García is duidelijk: er is geen reden voor paniek, maar wel voor professioneel handelen. "We zitten niet in een teeltcrisis. Er is voldoende fruit en we kunnen de markt blijven beleveren. Wat we nu nodig hebben is technische discipline: gericht, goed afgestemd en met oog voor detail. Als we die lijn vasthouden, hebben we deze plaag binnenkort onder controle."
Voor meer informatie:
Roque García
UPA Andalucía
[email protected]
https://www.upa.es/upa-andalucia/inicio/
