Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Peru special - deel 5: "NGO's brengen kritische rapporten uit die een totaal vertekend beeld geven"

Peru gaat de wereld voeden

Peru is inmiddels niet meer weg te denken uit de wereldwijde AGF-handel, met blauwe bessen, druiven, Hass avocado's en mango's die opduiken in supermarkten en verswinkels over de hele wereld. Die internationale positie komt niet uit de lucht vallen. Het is het resultaat van een doordachte strategie die al ruim dertig jaar wordt volgehouden. Een van de drijvende krachten daarachter is AGAP.

AGAP vertegenwoordigt het hele Peruaanse tuinbouwspectrum: van teelt tot agro-industrie en export. De organisatie bestaat uit zeven vakverenigingen die zich per gewas specialiseren, zoals ProVid (druiven), ProCitrus, ProArándanos (blauwe bessen), ProGranada (granaatappel), IPEH (asperges), APEM (mango's) en ProHass (avocado's). Zij ondersteunen telers direct in het veld, terwijl AGAP zich richt op overkoepelende thema's als beleid, duurzaamheid, markttoegang, concurrentiekracht en internationale promotie.

© AGAP

Volgens voorzitter Gabriel Amaro draait het om het creëren van de juiste randvoorwaarden, zodat Peru kan blijven concurreren op de internationale markt. Daarin tellen niet alleen volume, maar ook kwaliteit, traceerbaarheid en het naleven van strikte fytosanitaire regels.

De wereld veroveren kost tijd
"Een belangrijk speerpunt van AGAP is het openen van nieuwe buitenlandse markten. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de overheid en SENASA, de instantie voor plantgezondheid. Zulke processen verlopen traag: het kan tussen de twee en tien jaar duren voordat een land de deur opent voor een bepaald product. Alles hangt af van de eisen rondom voedselveiligheid en fytosanitaire protocollen", aldus Amaro.

Toch zijn er in de afgelopen jaren flinke stappen gezet. Zo zijn er openingen gerealiseerd voor onder meer mandarijnen in Vietnam, citrus in Nieuw-Zeeland, avocado in Maleisië en de Filipijnen, druiven in Ecuador en blauwe bessen in Indonesië. Ook China laat inmiddels granaatappelen en blauwe bessen toe. Voor dat laatste was een speciale koudebehandeling vereist: het fruit moet vóór verzending zeventien dagen lang op 1,67°C worden gehouden. Er lopen nog gesprekken over verdere versoepelingen.

AGAP houdt zich niet alleen bezig met gevestigde gewassen. Ook – en vooral – bij opkomende teelten, zoals pecannoten, speelt de organisatie een rol in het opstarten van wetgeving en het vinden van nieuwe afzetkanalen.

Meer productie vraagt om meer markten
Waarom al die moeite? Simpel, zegt Amaro: Peru produceert veel meer voedsel dan het zelf kan consumeren. Met ruim 33 miljoen inwoners en een snelgroeiende agrarische sector sinds de jaren '90, moet het land op zoek naar buitenlandse afzet. Tussen 1995 en 2023 groeide de bevolking met 39%, maar de productie van groenten en fruit nam in diezelfde periode met 171% toe: van 7 naar bijna 19 miljoen ton.

"Een goed voorbeeld is de blauwe bes. Peru is inmiddels wereldleider in de export ervan, met ruim 325.000 ton in 2024. Die groei is vooral te danken aan moderne technologie en efficiëntie. Hetzelfde geldt voor druiven, avocado's en citrus: gemiddelde opbrengst en areaal blijven stijgen. De exportwaarde van de hele sector lag in 2024 op 12,4 miljard dollar (FOB-waarde). Geen toevallige piek, maar een resultaat van jarenlange planning. Peru wil structureel leverancier zijn van groenten en fruit op de wereldmarkt", legt Amaro uit.

Blik op Azië, maar de VS blijft belangrijk
Ongeveer 35% van de Peruaanse agro-export gaat nog steeds naar de Verenigde Staten. Ondanks een recent opgelegd invoertarief van 10% blijft die markt van groot belang. "Mexico mag zijn avocado's zonder tarief leveren, maar Peru weet zich dankzij kwaliteit en betrouwbaarheid goed staande te houden, ook bij andere producten."

Toch is verbreding van de afzet essentieel, benadrukt Amaro. "Azië wordt steeds belangrijker en is inmiddels al de vierde exportregio. In dat kader is de nieuwe haven van Chancay cruciaal. Dankzij directe routes naar Azië en capaciteit voor grote vrachtschepen dalen de transportkosten en -tijden met zo'n 30%. Dat maakt de hele sector competitiever en zet ook andere havens in beweging, zoals Callao, Paita en Paracas."

Heldere spelregels en investeren in infrastructuur
De sector kende een dip in 2020, toen de toenmalige wet ter bevordering van de land- en tuinbouw werd afgeschaft. "Inmiddels is er een nieuwe wet, die opnieuw zorgt voor vertrouwen bij investeerders. Die wet moet bijdragen aan formele werkgelegenheid, meer welvaart op het platteland en betere leefomstandigheden. Niet iedereen is het daarmee eens: sommige buitenlandse NGO's brengen kritische rapporten uit, die evenwel een totaal vertekend beeld geven. Maar via samenwerking tussen telers, AGAP en de overheid wordt gewerkt aan een realistisch en positief toekomstbeeld voor de sector."

Daarnaast worden oude irrigatieprojecten weer opgepakt. Die moeten duizenden hectares extra tuinbouwgrond opleveren, vooral in regio's als Tumbes, Piura, La Libertad, Lambayeque, Ica en Arequipa. Grote projecten, zoals Majes Siguas II en III in het zuiden, en Chavimochic III en Olmos in het noorden, kunnen volgens Amaro tot drie miljoen banen opleveren. Al kampen sommige projecten nog met politieke of juridische vertragingen.

Zonder variatie geen toekomst
Voor duurzame groei is variatie in teelt essentieel, stelt Amaro. "Als alle nieuwe gronden worden volgezet met dezelfde gewassen, kelderen de prijzen. Daarom kijken we naar regionale kansen: kersen en kiwi's in de Andes, kaki's en pecannoten aan de kust, cacao en palmharten in de jungle. In dat laatste gebied is niet het water, maar vooral het gebrek aan infrastructuur een uitdaging."

Met duidelijke regels, goede logistiek, slimme gewaskeuze en meer toegang tot markten, ziet Amaro ruimte om de Peruaanse agro-export op termijn te brengen tot 50 miljard dollar per jaar. "Een ambitieus, maar haalbaar doel, als de sector blijft investeren in langetermijndenken."

Voor meer informatie:
Gabriel Amaro (voorzitter)
AGAP
[email protected]
www.agapperu.org

Gerelateerde artikelen → Zie meer