Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Peru special - deel 4

"Peruaanse knoflookexporteur mikt op verdrievoudiging, met nadruk op Europa"

In het droge zuiden van Peru ligt Majes, een landbouwgebied van zo'n 16.000 hectare, dat als een groene vlek op de kaart verschijnt. Hier heeft het familiebedrijf Terramajes J&J zich gespecialiseerd in de verwerking en export van knoflook en gedroogde paprika. De strategie is helder: eigen teelt combineren met langdurige samenwerkingen met lokale telers.

"We zijn in 2021 begonnen, met een kleine infrastructuur. Maar we wisten dat er vraag was naar kwaliteitsproduct", vertelt Leidy Caso, die de dagelijkse leiding heeft. Inmiddels bewerkt het bedrijf zelf dertig hectare, verdeeld over zes percelen. Daar telen ze vooral knoflook van de rassen Napurí en Spring (beter bekend als Chinese knoflook), en paprika van de rassen Queen en King.

© Terramajes J&J SAC

Welke knoflookvariëteit er geplant wordt, hangt elk jaar af van de markt. "Dit seizoen hebben we meer Napurí geplant vanwege de vraag uit Mexico. Vorig jaar ging de voorkeur nog uit naar Chinese knoflook", legt Jorge Nina Feria, oprichter van het bedrijf en vader van de manager, uit. Onder goede omstandigheden levert één hectare tussen de 15 en 20 ton op.

Maar Terramajes teelt lang niet alles zelf. Om voldoende exportvolume te halen, kopen ze in bij zo'n vijftig andere telers. "Veel van hen kennen we al jaren. De telers in de buurt ondersteunen we ook met materialen zoals linten voor druppelirrigatie", zegt Caso. Twee agronomen volgen de velden op de voet om te zorgen voor een constante kwaliteit.

Export gericht op marktruimte in noordelijk halfrond
De hoofdteelt van knoflook loopt in Majes van september tot december. Daarna koopt Terramajes nog aan in andere regio's binnen Arequipa, zoals Tambo en La Joya, tot januari. De exportstrategie richt zich op het opvullen van leemtes in de aanvoer op het noordelijk halfrond.

© Terramajes J&J SAC
Na de oogst wordt de knoflook handmatig schoongemaakt, manueel gesorteerd op maat, gewogen, verpakt (in kartons van 10 kg of 30 lb) en voorzien van labels. Koelopslag is niet nodig: tot vijftien dagen blijft de knoflook goed in geventileerde ruimtes. Daarna gaan de kartons in gekoelde containers, bij –1°C.

Zo'n 70% van de knoflook gaat naar Mexico, vooral het Napurí ras. De rest wordt geleverd aan Spanje (voornamelijk Chinese knoflook), de oostkust van de VS, Colombia en sinds kort ook aan Australië. "Vorig jaar verstuurden we 64 containers, met pieken van vier per week in het hoogseizoen", aldus Caso. Alles vertrekt via de haven van Callao en is in ongeveer elf dagen in Manzanillo (Mexico).

De paprika-oogst loopt tussen maart en juli. "Dat hebben we toegevoegd om ook in de rustigere maanden werk te houden voor ons team", legt Caso uit. Dit jaar werd voor het eerst geëxporteerd, met Mexico als belangrijkste afnemer.

Personeel en verwerking bepalen de grens
De grootste uitdaging voor groei zit niet in de teelt, maar in de verwerking. "We hebben voldoende vraag en kunnen meer inkopen, maar de bottleneck zit in het pakstation", zegt Caso. Tijdens het hoogseizoen werken er tussen de 70 en 80 mensen. Vrijwel alles gebeurt met de hand: schoonmaken, sorteren, wegen en inpakken.

Er is wel geïnvesteerd in een sorteermachine, maar die staat voorlopig stil. "De machine beschadigt de knoflook nog te veel. We werken aan een oplossing", aldus Nina. Ook het behouden van personeel is belangrijk. Veel medewerkers zijn al sinds de start bij het bedrijf. "We proberen een hechte werkomgeving te creëren. De eindejaarsfeesten, met cadeaus voor de kinderen van het personeel, horen daar ook bij", vertelt hij.

© Terramajes J&J SAC
Tijdens het hoogseizoen werken er in het pakstation tussen de 70 en 80 mensen. "We streven ernaar een familiaire sfeer te creëren", zegt Jorge Nina Feria.

Geen reus, wel robuust
Met hun 30 hectare en leveranciersnetwerk exporteert Terramajes jaarlijks zo'n 1.200 ton knoflook. Daarmee behoren ze tot de middelgrote spelers in de regio. "Hier zijn geen reuzen die 200 containers per jaar doen. We zitten met meerdere bedrijven in dezelfde klasse", zegt Nina.

De landbouwzone Majes zelf is wél een zwaargewicht op nationaal niveau. Samen met de naburige valleien van Tambo en Pedregal zijn ze goed voor 6.000 hectare knoflook – meer dan de helft van heel Peru. De Chinese variant voert de boventoon, maar Napurí is populair vanwege zijn aroma, dikke schil, langere houdbaarheid en grotere tenen. "De oorspronkelijke Napurí uit Arequipa was nog aromatischer, maar had een lang groeiseizoen van negen maanden."

Ter vergelijking: het departement Arequipa heeft drie keer zoveel knoflook als heel Chili, en een derde van het areaal van landen als Brazilië of Argentinië. De regio is zelfs goed voor een kwart van de Spaanse knoflookteelt, die wereldwijd alleen – maar wel met duidelijke cijfers - wordt overtroffen door Bangladesh (circa 70.000 ha), India (circa 400.000 ha) en vooral China (circa 800.000 ha).

© FreshPlaza
Jorge Nina Feria en Leidy Caso op een 2,5 hectare groot Sweet Globe druivenperceel van Terramajes J&J. "Het doel is om 50-60 ton per hectare te bereiken", zegt Nina.

Eerst een koper, dan pas planten
In tegenstelling tot de traditionele aanpak in de regio – waarbij telers zaaien zonder afnemer en reageren op de prijspieken van vorig jaar – kiest Terramajes voor zekerheid. Ze leggen afspraken vast vóór het zaaien. "Dat geeft ons rust. Met sommige klanten maken we een jaar van tevoren afspraken", vertelt Caso. Nieuwe afnemers vinden ze via brokers of aanbevelingen van tevreden klanten. "Goede levering wordt doorverteld. Daar haal je nieuwe handel uit", vult Nina aan.

De ambities zijn uitgesproken: over vijf jaar wil het bedrijf drie keer zoveel exporteren. Daarvoor zetten ze niet alleen in op uitbreiding van de teelt, maar vooral op verbetering van de verwerking. "Het draait niet om méér planten, maar om beter en sneller verwerken", aldus Caso.

© FreshPlaza
In de regio Majes doet de teelt van rode uien het ook goed. "We bereiken producties tot 50-60 ton per hectare", zegt Nina. "De uien drogen zes dagen op het veld."

Mexico blijft voorlopig de belangrijkste afzetmarkt. Maar de blik is breder. "We willen ook andere bestemmingen aanboren en ons stevig positioneren als serieuze speler in het zuiden van Peru", besluit Nina. "Stap voor stap, zonder te overhaasten."

Voor meer informatie:
Cristian Jorge Nina Champi (directeur)
Terramajes J&J SAC
C.P. El Pedregal (Arequipa) – Peru
Tel: +51 973 586 655
[email protected]

Gerelateerde artikelen → Zie meer