De groentesector staat onder druk. Niet vanwege gebrek aan kwaliteit of innovatie – integendeel. Het zijn maatschappelijke en politieke ontwikkelingen die de zogenaamde license-to-operate bedreigen: het maatschappelijk en wettelijk draagvlak om in Nederland te kunnen blijven telen. Denk aan steeds strengere regels rond gewasbescherming, waterkwaliteit, stikstof of arbeid.
ZON besloot daarom vorig jaar: we kunnen en willen dit niet alleen oplossen. Vanuit die urgentie is de samenwerking met de Vollegronds Groente Organisatie (VGO) en de Federatie Vruchtgroente Organisaties (FVO) gestart. Beide zijn opgericht voor én door telers. Samen zetten ze zich in voor invloed aan de juiste tafels, praktische innovatie en een sterke positie voor de Nederlandse groentesector. Maar waarom is dat nodig? Hoe werkt het precies? En wat levert het op? Op de site van ZON geven John Willems en Matthijs Jasperse een toelichting.
© ZON
Waarom is dit nú nodig?
John Willems, directeur bij ZON, was vanaf het begin nauw betrokken. "Toen we ons strategisch plan opstelden, zagen we één grote bedreiging: de license to operate, ofwel de mate waarin we de maatschappelijke acceptatie hebben om onze activiteiten uit te voeren. Regelgeving en beeldvorming dreigen onze sector stil te zetten. Alleen roepen dat het anders moet, is niet genoeg – we moeten als sector samen optrekken."
Binnen de glastuinbouw bestond al langer de FVO: een onafhankelijke samenwerking van producentenorganisaties uit de glasgroentesector. Die heeft in tien jaar tijd laten zien hoe samenwerking loont. "FVO is inmiddels gesprekspartner in Den Haag, bij universiteiten, bij waterschappen en in Brussel," vertelt Matthijs Jasperse van Florpartners, al jaren programmadirecteur bij FVO én nauw betrokken bij VGO. "De vollegrondsgroentesector had zo'n collectieve stem nog niet. Dat is precies waar VGO nu in voorziet."
Wat doen VGO en FVO precies?
VGO brengt vollegrondsgroentetelers uit Nederland samen, om vanuit één geluid te kunnen agenderen, versnellen en op te lossen. Denk aan thema's als imago & positionering, duurzame gewasbescherming, bodemkwaliteit, water, meststoffen, arbeidsmarkt, maar ook Planet Proof. FVO doet datzelfde voor kasgroenten zoals tomaat, paprika en komkommer – met speerpunten als chemievrij telen, imago, energie, ruimtelijke ordening en technologie. Beide organisaties opereren onafhankelijk en zonder commerciële belangen. Ze brengen telers, producentenorganisaties en partners samen om échte impact te maken. Zoals John het zegt: "Het zijn katalysatoren. Ze doen niet alles zelf, maar zorgen dat projecten ontstaan, dat het juiste gesprek wordt gevoerd en dat de sector invloed uitoefent."
Hoe werkt dat in de praktijk?
Een goed voorbeeld is het project rondom waterkwaliteit. In Limburg hebben telers, waterschappen en experts samen gemeten wat voor reststoffen er in de sloot terechtkomen. De uitkomst leidde tot concrete maatregelen: bedrijven kochten zelf stukjes grond aan als natuurlijke biofilters. Die aanpak wordt nu ook opgezet in andere delen van het land, met hulp van FVO, Waterschappen en Glastuinbouw Nederland.
Matthijs: "Daar draait het om: niet klagen over onredelijke regels, maar laten zien dat we onze verantwoordelijkheid nemen én oplossingen aandragen. Zo voorkom je dat er over je wordt besloten, zonder dat je zelf aan tafel zit."
Een ander voorbeeld: de toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen. Vanuit FVO zijn inmiddels telers aangesteld die helpen om versneld de juiste middelen goedgekeurd te krijgen. "Het probleem is niet dat ze niet bestaan, maar dat het jaren duurt voordat ze gebruikt mogen worden. Daar moeten we als sector slim in samenwerken," aldus John.
Wat vraagt het van telers?
"De tijd van achteroverleunen is voorbij," zegt John stellig. "Als we blijven afwachten, worden we de nieuwe intensieve veehouderij. Dan bepaalt een ander wat je nog mag. Het alternatief: zelf het initiatief nemen, visie ontwikkelen, en samen optrekken." En dat begint bij bewustwording. Dat je als ondernemer niet alleen verantwoordelijk bent voor je bedrijf, maar ook voor je sector. Dat je meedenkt, meedoet en meebepaalt. En dat het ook gewoon leuk kan zijn, benadrukt Matthijs. "Je hoeft het niet alleen te doen. VGO en FVO helpen juist om het makkelijker en effectiever te maken. Eén procent van je tijd of kosten investeren in de toekomst van je sector is echt niet veel – zeker als je weet dat de helft van je bedrijfsresultaat indirect afhankelijk is van die sectorgezondheid."
Wat is er al bereikt?
In korte tijd is VGO uitgegroeid tot een initiatief dat 80% van de vollegrondsgroenteproductie vertegenwoordigt – vergelijkbaar met FVO, dat inmiddels 85% van de glasgroenteproductie beslaat. Dat geeft gewicht. De eerste resultaten zijn er al:
- Er is een afdeling vollegrondsgroente gekomen binnen LTO Nederland, iets wat er niet was.
- Bij toelating van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen worden nu actief VGO-inbreng en prioriteiten meegenomen.
- Er loopt onderzoek vanuit VGO naar dubbel werk: hoe voorkomen we dat tien verschillende clubs hetzelfde doen, en dat we dus efficiënter voorwaarts kunnen gaan als sector?
En de toekomst?
De ambitie is helder: een toekomstbestendige, duurzame, gerespecteerde sector die zich kan blijven ontwikkelen in Nederland. Daarvoor zijn drie dingen nodig:
- Een gedeeld verhaal – dat we als sector zelf durven te vertellen, op een manier die politiek, maatschappij én retail raakt.
- Concrete projecten – die aantonen dat we duurzaam willen én kunnen telen.
- Leiderschap vanuit de sector zelf – van ondernemers die verder kijken dan hun eigen erf.
Matthijs: "Wat we eigenlijk vragen van telers is: kom uit je kas en van je akker. Neem initiatief. Heb een visie op je eigen toekomst, en draag die ook uit. Dat is leiderschap."
Tot slot: waarom doet ZON mee?
ZON kiest er bewust voor om tijd, geld en inzet te steken in drie pijlers: VGO, FVO en de regionale Greenport. John: "We kunnen als coöperatie veel zelf, maar niet alles. Door aan te haken bij deze netwerken vergroten we onze slagkracht. Dat is in het belang van al onze leden." Voor de vollegrondsgroentetelers van ZON is dit hét moment om aan te haken. Meedoen kan in allerlei vormen: van meedenken in een projectgroep tot input geven voor het verhaal van de sector. John sluit af: "Je hoeft niet alles zelf te doen. Maar blijf niet aan de kant staan. Dit is je eigen toekomst – daar ben jij óók verantwoordelijk voor."
Bron: ZON
Voor meer informatie: www.stichtingvgo.nl en www.vruchtgroente.nl