De Spaanse knoflooksector kampt al vier jaar met een dalende concurrentiepositie. De afzet binnen en buiten de EU loopt terug, terwijl de import juist toeneemt: die van de EU met 68%, die van Spanje zelfs met 185%. Die zorgwekkende ontwikkeling stond centraal tijdens de bijeenkomst van de Spaanse Nationale Knoflookcommissie op 13 november, die werd gehouden bij coöperatie Coopaman in Las Pedroñeras, in de provincie Cuenca.
Voor komend seizoen ziet het er opnieuw niet rooskleurig uit. De oogst zal waarschijnlijk lager uitvallen dan in 2024. Hoewel het areaal licht is toegenomen tot zo'n 24.000 hectare, zorgen slecht weer en het wegvallen van belangrijke gewasbeschermingsmiddelen tegen onkruid, ziekten en plagen voor kleinere bollen en een lagere opbrengst per hectare.
Volgens José Carlos Patiño, woordvoerder van de knoflookcommissie, zijn de opbrengstverliezen fors. "In de provincie Córdoba wordt gesproken over een daling van zo'n 30% in kilo's per hectare. In de regio Castilla-La Mancha ligt dat voor de paarse knoflook op zo'n 30 tot 40%. Door het zachte winterweer, uitval van plantmateriaal en een hittegolf eind mei, zijn zowel de maatvoering als het gewicht van de bollen flink aangetast", aldus Patiño in een interview met Voces de Cuenca.
Er zijn ook duidelijke verschillen tussen de rassen. "Het vroege ras herstelt zich enigszins, maar het paarse ras, dat in december wordt gezaaid, zal naar verwachting verder terrein verliezen. De trend is dat het vroege ras iets toeneemt, en het paarse juist daalt", zegt Patiño.
De afnemende positie op internationale markt wordt vooral toegeschreven aan oplopende teeltkosten: grondstoffen, arbeid, toegang tot water, machines en installaties zijn allemaal duurder geworden. Ook spelen Amerikaanse importheffingen een rol. Spanje levert ongeveer 8% van de verse knoflook die in de VS geconsumeerd wordt, en is daarmee het derde importland in volume. De financiële schade voor de sector ligt – afhankelijk van het scenario – tussen de €4 en €20 miljoen.
Wat de zorgen verder vergroot, is het feit dat Europese telers steeds minder middelen hebben om hun gewassen gezond te houden. Tegelijkertijd gelden er veel minder strenge regels voor knoflook uit derde landen. Volgens de knoflookcommissie zijn Europese beschermingsmaatregelen hard nodig. Europese knoflook is duurder om te telen, terwijl de consumptie laag ligt – minder dan 0,8 kilo per persoon per jaar. Daardoor is de invloed op de gemiddelde boodschappenprijs beperkt, maar is bescherming voor de sector juist essentieel.
De import van knoflook uit landen als Egypte is een ander pijnpunt. Dat land valt niet onder importheffingen of toezicht. Patiño wijst er bovendien op dat het invoertarief voor Chinese knoflook al twintig jaar niet is aangepast. "Als dat tarief zou worden geïndexeerd op basis van de inflatie, zou het bijna verdubbelen", stelt hij. Hij pleit daarom voor een snelle herziening van de importheffingen en betere controle op import, maar ook voor maatregelen die het wegvallen van werkzame stoffen in gewasbescherming compenseren.
De Spaanse Nationale Knoflookcommissie roept zowel de Spaanse overheid als de Europese Unie op om in actie te komen. Volgens hen is het noodzakelijk dat er steun- en beschermingsmaatregelen worden genomen om de knoflookteelt in Europa concurrerend te houden, en daarmee ook werkgelegenheid en economische activiteit op het platteland veilig te stellen.
Bron: vocesdecuenca.com
