De Deense rederij Maersk heeft vanwege de invoering van nieuwe Chinese havengelden voor schepen met een Amerikaanse vlag besloten om tijdelijk wijzigingen door te voeren in haar TP7 Trans-Pacifische dienst. Deze aanpassingen, die sinds 14 oktober van kracht zijn, betreffen twee Amerikaanse containerschepen van de rederij die voorheen Chinese havens zouden aandoen.
Maersk heeft bevestigd dat het schip Potomac Express de haven van Ningbo zal overslaan. In plaats daarvan zal de vracht in Busan, Zuid-Korea, worden gelost, waar deze zal worden overgeslagen op andere schepen. "De export vanuit Ningbo naar de Verenigde Staten zal op de Maersk Luz worden geladen en op 24 oktober 2025 worden overgezet op de Potomac Express in Kwangyang," aldus het bedrijf.
De Maersk Kinloss zal eveneens niet meer in Ningbo aanleggen. De importlading wordt nu in een Zuid-Koreaanse haven gelost en verder doorgestuurd naar Ningbo en andere bestemmingen binnen het netwerk van Maersk. Voorheen vervoerde export van Ningbo naar de Verenigde Staten met dit schip zal nu eerst naar Zuid-Korea worden verscheept voor verdere overslag.
Volgens Lloyd's List opereren beide schepen op Maersk's TP7-route en zijn ze in Zuid-Korea gebouwd. Uit gegevens van Seaexplorer blijkt dat alle schepen die momenteel op deze dienst actief zijn, onder Amerikaanse vlag varen en een capaciteit hebben tussen 6.200 en 6.900 TEU.
Deze stap van Maersk is de eerste reactie van een grote vervoerder op de nieuwe Chinese havengeldregelingen. Sectorwaarnemers verwachten echter dat andere rederijen soortgelijke operationele veranderingen zullen doorvoeren.
Linerlytica schat dat de nieuwe maatregelen vervoerders in het eerste jaar tot 3,9 miljard dollar kunnen kosten voor het aandoen van Chinese havens, terwijl Chinese maatschappijen naar schatting 1,2 miljard dollar zouden moeten betalen voor het aanlopen van Amerikaanse havens sinds de wijzigingen op 14 oktober zijn ingegaan.
Bron: Kuehne+Nagel News
