Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

‘Discussies rondom voedselproductie ga ik graag aan"

Zuinig op de bodem en verbinding zoekend met de maatschappij rondom haar boerderij, maakt akkerbouwer Thea van Bavel-de Bruyne zorgvuldige keuzes in haar ondernemerschap. "Ons imago verbeteren om te kunnen blijven boeren, moeten we zelf doen", vertelt ze op de site van De Groene Vlieg

© De Groene Vlieg

Medio september is het een drukte van jewelste in agrarisch Flevoland. Trekkers rijden af en aan met de kippers vol oogst. Op verschillende plekken worden aardappelen gerooid, maar bij Thea van Bavel-de Bruyne (47) aan de Reigerweg in Zeewolde staat de oogstapparatuur nog schoon en netjes in de schuur. "Ze zijn nog volop aan het afrijpen; we hebben een goede schil nodig voor de bewaring", legt ze uit. Dit jaar plukt Thea zichtbaar en best letterlijk de vruchten van het weloverwogen bouwplan dat, al sinds haar ouders de boerderij aanstuurden, ruimschoots is voorzien van het rustgewas granen. De uienoogst was top en ook de aardappelopbrengsten zien er goed uit. Nu de prijs nog. Maar daarop heb je als teler weinig tot geen invloed. De marktwerking is hier bepalend.

Stabiel pachtareaal
Met 60 hectare pachtgrond is Thea's areaal stabiel. Consumptieaardappelen voor de fritesindustrie is het hoofdgewas, gevolgd door uien, granen, mais en tulpenteelt door derden. De uien liggen hoog achter de planken en de oogst is werkelijk een plaatje; ze schitteren je mooi grof en goudgeel tegemoet. Hier en daar een fusariumrotje of scheurkont mag de pret niet drukken, want het aandeel hiervan is zeer beperkt. De schuur ruikt fris naar uien, het gewas knispert al lekker als je de berg betreedt. De prijzen zijn nog geen feest, maar dat zegt niet zoveel over wat de rest van het seizoen kan brengen. De uienhandel is immers in fases op te delen – vroeg versus laat en opvolgende bestemmingen als Afrika, VK, Europa, Azië en Zuid-Amerika – die elk hun eigen mogelijkheden kennen.

Vooruitkijken naar 2026
"Engeland heeft met droogte te kampen gehad, daar moeten waarschijnlijk veel uien naartoe", noemt Thea's teeltadviseur Fenne van den Brand van HLB De Groene Vlieg. Zij bekijkt met belangstelling de uienoogst, waar haar product Steriele Insecten Techniek (SIT) positief aan heeft bijgedragen, maar samen richten zich alweer volop op de aardappelteelt van het volgende seizoen 2026. Aardappelmoeheid is een aandachtspunt en de grondmonsters voor de beoordeling hierop moeten direct na de oogst worden genomen. Op basis daarvan bespreken teler en adviseur wat een goed alternatief kan zijn voor de Innovators die Thea nu al jarenlang teelt.

© De Groene Vlieg

'Ik wil schone grond'
Consumptieaardappelen teelt ze voor de fritesindustrie, voor Schaap Holland. Al zeker 8 jaar levert Thea het ras Innovator, maar daaraan brengt aardappelmoeheid (AM) nu een einde. "Ik moet een ander ras gaan telen om aaltjesvermeerdering tegen te gaan", weet de akkerbouwer. Ze kwam erachter via de NAK-bemonstering voor de tulpenbollenteelt. "Bij de uitslag zag ik ineens een andere soort aardappelmoeheidsbesmetting staan. Op dat perceel mag de tulpenteler niet produceren voor het buitenland, zo zijn de exporteisen. Pootgoed zou er ook niet geteeld mogen worden, maar consumptieaardappelen wel. Ik wil schone grond, dus pak ik het aan. Het valt niet mee, zolang je aardappelen in je rotatie hebt." Haar adviseur is optimistisch: "Er zijn zeker opties!", stelt Fenne. "We zoeken de beste combinaties met twee functies: aaltjesresistent en tegemoet komend aan vraag uit de markt. Zo'n ras moet natuurlijk ook wat opleveren. Op deze kleigronden doet zowel Innovator als Agria het heel goed. Andere goede rassen zijn er ook om te telen maar sommige telers telen een bepaald ras voor één vaste afnemer wat het lastig maakt om voor een ander ras te kiezen."

Voldoende saldo nodig
De pacht betalen van de opbrengsten uit haar graanteelt gaat niet lukken, beaamt Thea. "Uien leveren een goed saldo, maar dat gewas is met 7,5 hectare maar de helft van mijn aardappelareaal." Voor de bodemgezondheid verruimde ze het bouwplan naar 1 op 8 uien.

© De Groene Vlieg

Fusarium speelt een rol, maar het tolerante ras Hygate onderdrukt het al jaren goed. "Weer zo'n bodemprobleem hè?", stelt Thea. Fenne weet: "De teeltintensiteit van vroeger heeft nog veel effect op de huidige situatie." "Net als bodemstructuur", vult de teler aan. "Daarom werk ik met lichte machines en doe ik geen onnodige bodembewerkingen. Eén keer lostrekken, mest (drijfmest of champost) erop, groenbemester zaaien en ploegen." Dit jaar is dat een grasmengsel geworden dat als tijdelijk grasland dient. Dat geeft iets meer ruimte voor stikstofgebruik, gezien het beperkende NV (nutriënten verontreinigde)-gebied waarin ze zit. "Zo sprokkel je wat bemestingsruimte bij elkaar, het is een hele puzzel altijd."

Melkvee houdende echtgenoot
Haar man Laurens is veehouder, eveneens in Zeewolde, vlakbij het Eemmeer. Op die locatie – zijn ouderlijk huis – woont het echtpaar. De twee ontmoetten elkaar in de regionaal befaamde Groene Schuur, het voormalige clubhuis van plattelandsjongeren. Ze hebben twee zonen van 16 en 18. "Ze vinden de landbouw allebei leuk, maar we kunnen nog niet zeggen wat de toekomst brengt." Thea en Laurens vormen samen deels een kringloopbedrijf. Op het akkerbouwbedrijf worden de gewassen wel bemest met de eigen rundveedrijfmest, maar gras is geen vast onderdeel van het bouwplan.

Bodem is de basis
Thea: "De bodem is letterlijk de basis van je verdiensten, dus daar moet je goed voor zorgen. Mijn ouders teelden wel 15 jaar eerstejaars plantuien, niet wetend dat we daar nu nog last van zouden hebben. Daarentegen zag mijn vader wel heil in de tarweteelt en daarom ligt de grond er toch goed bij."

Ze kan beregenen en dat is zowel een zegen als een vloek. Voor het gewas is het geweldig goed, maar voor de bodem is het gewelddadige gekletter juist slecht. Dripirrigatie zou mooi zijn, maar in de aardappelen lastig toepasbaar en daarmee niet praktisch uitvoerbaar.

Oppassen voor plaaginsecten
In het grotendeels droog verlopen 2025 was water welkom voor een ongestoorde groei en mooie teeltresultaten zoals hier in Zeewolde. In een droog jaar is het ook extra oppassen geblazen voor plaaginsecten. Wat de uienvlieg betreft zit het bedrijf goed. Hiervoor laat Thea zich ontzorgen door HLB De Groene Vlieg. "Al zolang ik weet, eigenlijk", zegt de nadenkend. "In 2020 nam ik het bedrijf over en daarvoor pasten we de SIT al toe." "De Groene Vlieg is al meer dan 20 jaar actief in Flevoland, maar sinds het verbod op de insectencoating op uienzaad in 2020 zijn we een stuk relevanter geworden voor een gezonde uienteelt", voegt Fenne toe. De steriele uienvlieg die in de SIT wordt uitgezet op percelen remt de voorplanting van de uienvlieg, waardoor schade wordt voorkomen. Het systeem is een goed – en ook nog biologisch – alternatief voor de zaadcoating. "Het is goed te beheersen hier", weet de adviseur. Thea: "Hier in de buurt doen de meeste telers gelukkig mee met de SIT, zo heb je de grootste slagingskans. En het is fijn dat je niet met de spuit het veld op hoeft. Insecten pakken met middelen is sowieso lastig. Zeker als je de goede insecten wilt behouden. De SIT is een soort verzekeringspremie voor ons."

Fenne neemt voor elk teeltseizoen contact met Thea op om de wensen van de akkerbouwer te inventariseren. Het zijn streekgenoten en komen elkaar sowieso wel tegen, ook op bijvoorbeeld beurzen. Het contact is goed. "De wereld is niet zo groot", zegt Thea. "De agrarisch wereld al helemaal niet!"

Sector promoten
Ook daarbuiten is werk te doen voor de sector, missionariswerk zou je het bijna noemen. Om de consument het voedsel te laten waarderen, moet je laten zien waar het vandaan komt. Daarom is ze deelnemer aan Team Agro NL en heeft ze een aantal keer meegedaan aan het Rondje Kavelpad (boeren nodigen burgers uit om met hen een rondje over hun bedrijf te lopen). "Dan vragen mensen ook naar de SIT-bekertjes, de valgroepen waarmee gemonitord wordt hoe hoog de druk is. Daar zijn ze dan wel verbaasd over, dat we de insectenbeheersing zo doen op een biologische manier terwijl we een gangbaar bedrijf zijn. Het is meer dan rondrijden met de spuit, goed om te laten zien! Dat heeft de agrarische sector te lang nagelaten. Ambassadeur zijn voor je sector vind ik heel nuttig en belangrijk. Zo kweek je begrip en respect. En van die sociale contacten krijg je zelf ook extra energie!"

Thea zou het mooi vinden als Team Agro NL breed door de sector wordt gedragen en gesteund. "Zo hebben we zelf de regie in handen van onze promotie. Er kan heel veel, zoals deelname aan de Week van ons Eten en andere leuke acties. Lekker positief."

Kom van je erf!
Ze heeft dan ook wel een oproep aan haar collega's: "Kom van je erf en vertel wat je doet! Vind je dat zelf niet leuk, steun Team Agro NL dan financieel zodat het verhaal van de landbouw wel verteld kan worden. We moeten het zelf en samen doen."

Fenne: "Eigenlijk best jammer dat de sector zich zo moet verantwoorden." "Mensen komen gewoon te weinig met ons werk in aanraking", schetst Thea. "Ze zien alleen het resultaat: wat er in de winkels ligt. Voedsel is een eerste levensbehoefte, er is veel discussie rondom de productie en het is goed om dat aan te gaan. Vooroordelen wegnemen, zo maak je het voor jezelf makkelijker. De een denkt zus en de ander denkt zo. Alleen door het gesprek aan te gaan kom je dichter bij elkaar. Je hoeft niet hetzelfde over iets te denken om normaal met elkaar om te gaan."

Bron: De Groene Vlieg

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer