Een proeftijd opnemen in een arbeidsovereenkomst lijkt logisch: het biedt zowel werkgever als werknemer de kans om te ervaren of het werk en de samenwerking goed bevallen. Toch gelden er duidelijke wettelijke regels voor het gebruik van een proeftijd, waarschuwt de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO).
Bij tijdelijke contracten van zes maanden of korter – zoals vaak het geval is in de fruitteelt – is het namelijk niet toegestaan om een proeftijd op te nemen. Dit geldt ook bij contracten van bijvoorbeeld zes of acht weken. Wordt er toch een proeftijd afgesproken, dan is deze automatisch ongeldig, zo meldt de Werkgeverslijn Land- en tuinbouw in haar nieuwsbrief. De bepaling heeft dan geen werking, ook al staat deze in het contract vermeld.
Bij langere contracten wel
Bij contracten langer dan zes maanden maar korter dan twee jaar mag een proeftijd van maximaal één maand worden afgesproken. Bij contracten van twee jaar of langer geldt een maximale proeftijd van twee maanden.
De Werkgeverslijn adviseert werkgevers zorgvuldig om te gaan met het opnemen van een proeftijd. Een ongeldig afgesproken proeftijd kan verwarring veroorzaken bij werknemers en leiden tot juridische vragen of discussies. Het advies is daarom om altijd de contractduur te controleren voordat een proeftijd in het contract wordt opgenomen en om werknemers indien nodig uit te leggen waarom het niet kan.
Meer informatie over de regels rond arbeidsovereenkomsten is volgens de NFO te vinden op de themapagina van de Werkgeverslijn Land- en tuinbouw.
Bron: NFO