Vanaf 1 april 2026 worden de kosten voor importcontroles van biologische producten doorberekend aan importeurs. Dat hebben het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en Skal aangekondigd. Het gaat om de kosten die verbonden zijn aan de controles en het afgeven van inspectiecertificaten (Certificates of Inspection, COI).
© Dalibor Sevaljevic | Dreamstime
Certificering verplicht
Geïmporteerde biologische producten moeten bij binnenkomst in de EU vergezeld zijn van een inspectiecertificaat. Hieruit blijkt dat de producten voldoen aan de biologische productie- en controlevoorschriften van het exporterende land. Als de zending aan de voorwaarden voldoet, wordt een elektronisch COI afgegeven. De Douane en Skal werken samen bij de controle van deze documenten.
Tot nu toe werden de kosten voor deze controles tijdelijk gedragen door LVVN en de Douane, maar dat verandert per 2026. Dan worden de restitueerbare kosten via een importtarief geheven bij de importeurs.
Twee heffingsopties
Er zijn twee varianten voor de doorberekening onderzocht:
- Optie 1: een jaarlijkse systeembijdrage gecombineerd met een tarief per COI. Deze variant is vooral voordelig voor bedrijven die meer dan 33 importen per jaar doen. Dat gaat om circa 20% van de importeurs, die gezamenlijk 80% van de importen vertegenwoordigen. Voor kleinere importeurs kan deze variant echter zwaar drukken op de kosten: voor bedrijven die slechts één import per jaar doen kan het tarief oplopen tot € 1.682 per COI.
- Optie 2: alleen een tarief per COI, zonder systeembijdrage. Deze variant is gunstiger voor de grootste groep importeurs (80%), die echter gezamenlijk, maar 20% van de importen verzorgen. Voor grote importeurs kan dit verschil nadelig uitpakken: bij 300 importen per jaar kan het verschil in kosten meer dan € 14.000 bedragen.
Beperkte prijsstijging verwacht
De impact van het importtarief op de totale biologische keten wordt als beperkt ingeschat. Wageningen Economic Research berekende dat de kostprijsstijging voor consumenten neerkomt op 0,14% tot 0,24%. Mogelijk is de impact groter bij specifieke exotische producten, zoals fruit, noten en zaden, die onverwerkt worden ingevoerd.
Volgens importeurs zijn de mogelijkheden om kosten door te berekenen aan afnemers echter beperkt. Dit kan de concurrentiepositie ten opzichte van buitenlandse importeurs onder druk zetten. Bedrijven die de kosten niet volledig kunnen doorberekenen, zullen genoegen moeten nemen met lagere marges.
Nieuwe werkwijze
De herziening van het Nederlandse importcontrolestelsel volgt uit Europese regelgeving. De Europese Commissie stelde in 2019 vast dat Nederland niet volledig voldeed aan de EU-controleverordening. Daarin is vastgelegd dat eerst een COI moet worden afgehandeld, daarna een gezondheidscertificaat (CHED), en pas daarna de vrijgave door de Douane.
LVVN en Skal werken samen met NVWA, Douane en KCB om het proces aan te passen. Vanaf september 2024 is gestart met de overdracht van taken van de Douane naar Skal. Vanaf maart 2025 voert Skal de controles uit, waarbij de Douane een rol als achtervang behoudt.
Naast documentcontroles zal Skal ook fysieke overeenstemmingscontroles en materiële controles uitvoeren. Daarbij worden monsters geanalyseerd, onder meer op residuen van pesticiden.
Kosten voor importeurs
Per 2026 komen de kosten van deze importcontroles structureel voor rekening van de importeurs. Afhankelijk van de gekozen tariefstructuur zullen vooral kleinere bedrijven overwegen of zij zelfstandig blijven importeren of aansluiten bij grotere importeurs. Voor de sector als geheel wordt de financiële impact gering geacht, maar de invoering kan wel leiden tot verschuivingen in het aantal actieve importeurs.
Bron: Tweede Kamer