Tholen - In deze periode rond de nieuwe oogst is pcfruit druk in de weer met het onderzoek naar nieuwe hardfruitrassen. Steeds vaker zien we clubrassen op de markt verschijnen, maar hoe belangrijk zijn deze rassen voor de toekomst van de Belgische fruitteelt en welke rassen voeren de boventoon in België?
Voorlichter Ruben Claes en onderzoekster Ann Gomand gaan hiervoor in dit artikel in op de appelvariëteiten. In een later stadium zullen dan de peren volgen. "Met de veranderende klimatologische omstandigheden wordt monocultuur een steeds groter probleem. Variëren met rassen wordt daarbij gewoon noodzakelijk", zo geeft het tweetal aan.
© Ruben Claes
Bonita Appel
In een snel veranderend teeltlandschap, met toenemende beperkingen op gewasbeschermingsmiddelen en steeds extremere weersomstandigheden, wordt het, zo stellen ze, voor fruittelers belangrijker dan ooit om toekomstgericht te denken. "Als we kijken naar de toekomst, bijvoorbeeld richting 2030, en naar de beperkingen op het vlak van gewasbeschermingsmiddelen, dan wordt het echt belangrijk om te variëren met rassen. We zullen meer moeten inzetten op resistente rassen. Tegen die tij zal het bijzonder moeilijk worden om met het resterende middelenpakket de huidige, vaak ziektegevoelige, rassen ziektevrij te telen."
Meebewegen
Het betekent, volgens hen, overigens niet dat de gebruikelijke rassen zullen verdwijnen. "Die klassieke rassen zullen er wel blijven, maar op grotere schaal wordt het lastig. Ik wil niet zeggen dat er binnen vijf jaar geen Jonagold meer zal zijn - die zal er zeker nog staan. Maar door de toenemende eisen rond gewasbescherming zijn we wel genoodzaakt om naar diversificatie van de rassen te kijken. De meeste van deze nieuwe die vandaag naar voor worden geschoven zijn robuuste of resistente rassen. Vandaag draait het dan nog voornamelijk over verminderde gevoeligheid voor schurft. Op termijn zullen daar ook nog andere ziekten en mogelijks ook verminderde vatbaarheid voor bepaalde plagen bij komen. Deze nieuwe rassen worden vandaag in clubverband op de markt gebracht. Daardoor beseffen telers dat ze moeten meebewegen als ze willen blijven voortbestaan. Hierbij kijken we vooral naar jongere fruittelers die hierbij stil moeten staan om een toekomstbestendige teelt op te zetten."
© Ruben Claes
Rubis Gold
Op de vraag waarom deze rassen veelal in clubverband naar buiten worden gebracht, is het tweetal duidelijk. "Geld. Veredelingsprogramma's kosten simpelweg te veel geld. Alles komt tegenwoordig met licenties. Het is dus logisch dat zulke rassen in een clubstructuur worden vermarkt. Daarbij is marketing ook cruciaal. Een nieuw ras zal niet slagen als er niemand achter staat die het commercieel ondersteunt. Hierbij kan men streng of minder streng zijn, maar er moet altijd een commerciële partner zijn die het ras verdedigt en promoot. Zonder die ondersteuning krijgt zo'n ras geen kans op de markt."
Criteria
Welke selectiecriteria hanteert het tweetal voor veelbelovende nieuwe ras dan veelal? "Ziekteresistentie is zeer belangrijk. De meeste nieuwe Europese rassen hebben al eenzijdige of tweezijdige schurftresistentie. In de toekomst zullen er ook resistenties komen tegen andere ziekten en plagen. Maar het blijft moeilijk om in te schatten waar het naartoe gaat. We moeten ook beseffen dat clubrassen niet per se dertig jaar blijven bestaan. De cyclus zal sneller worden. In het verleden kon je twintig jaar met één ras telen, maar nu zien we een snellere wisseling, afhankelijk van marktvraag, resistentie en andere factoren. Naast resistentie blijven uiteraard ook uiterlijk, smaak en productiepotentieel essentieel. Een ras met goede resistentie, maar een lage opbrengst isvoor de teler niet financieel niet mogelijk want de aanplant van een clubras is ook duurder dan van een standaar ras zoals Jonagold of Elstar. Daarnaast wordt er ook gekeken naar zonnebrandgevoeligheid, zeker met de toenemende klimaatschommelingen, en naar het plukvenster. Een ras waarvan de pluk samen valt met Conference heeft in België geen kans op slagen vandaag want de telers hebben op dat moment hun handen al vol. "
© Ruben Claes
Kanzi
Kijkend naar de appel clubrassen die op grotere schaal worden geteeld in België, lichten Ruben en Ann er een aantal uit.
Goodness Me®
"Nieuwe appel in het Belgische appel-landschap, momenteel doorgeschoven naar fase 3 in het rassenonderzoek bij pcfruit. Het ras heeft een dubbele schurftresistentie, wat het sterk maakt voor de toekomst. Daarnaast is het minder gevoelig voor zonnebrand dankzij het witte dons op de vruchten. Wel blijft er werk rond beurtjaargevoeligheid en het versterken van de groei via de juiste onderstammen."
Bonita®
"Ontstaan uit een kruising tussen Cripps Pink (Pink Lady) en Topaz. De appel staat bekend om zijn friszoete smaak, knapperige textuur en gezonde rode blos. Bonita bezit één gen dat resistentie geeft tegen schurft; in het buitenland is dit al eens doorbroken, maar in België is tot nu toe geen schurft vastgesteld, wat bijdraagt aan een duurzamere teelt. Momenteel ligt de focus op het verbeteren van de kleuring (zowel voor de eetkwaliteit als het vermijden van witte waas). Bladblazen is hierbij essentieel."
Rubis Gold®
"Kruising tussen Pirouette en Tentation. Een gele appel met een oranje blos, robuust tegen schurft. Het ras wordt geprezen om zijn uitgesproken krokantheid en frisse, fruitige smaak met een balans tussen zoet en zuur. Dunning is noodzakelijk, en een korte snoei met sterke takken wordt aangeraden om de productie te optimaliseren."
Morgana®
"Een 100% Belgische appel, ontstaan uit een kruising van Golden Delicious en NY75413-30, ontwikkeld door Better3Fruit. Morgana is tweekleurig, sappig en hard, met een gebalanceerde zoete smaak. Het ras heeft geen bijzondere resistenties of robuustheid, maar is sterk in opmars in Europa. Voor een goede vruchtzetting is bestuiving (20% per perceel) noodzakelijk."
Kanzi®
"Een van de oudste en meest succesvolle clubrassen in België, ondertussen al ruim 20 jaar op de markt. Ontstaan uit Gala × Braeburn en uitgegroeid tot een consistente wereldspeler. Recent is de mutant Nicored geïntroduceerd, die van nature een betere kleuring bereikt dan het oorspronkelijke ras (Nicoter). Een aandachtspunt blijft de gevoeligheid voor vruchtboomkanker, maar door consequente aanpak van telers blijft dit beheersbaar."
Voor meer informatie:
Ruben Claes / Ann Gomand
pcfruit
www.pcfruit.be