Een jaar na de lancering van zijn hybride pootaardappelrassen in Kenia meldt Solynta indrukwekkende resultaten: de proeven leverden 3 tot 4 keer hogere opbrengsten op vergeleken met lokale varianten. Terwijl dit Nederlandse bedrijf nieuwe markten verkent, erkent het ook dat innovatie in de land- en tuinbouw langzaam verloopt.
Solynta volgt een zorgvuldige strategie, waarbij het de afgelopen vier jaar zijn niet-GGO hybride pootaardappelen geleidelijk heeft geïntroduceerd. Na 18 jaar ervaring in de sector worden deze pootaardappelen inmiddels in meer dan 40 landen toegepast, ondersteund door veldproeven, publiek-private samenwerkingen en voorbereidende commerciële activiteiten. Miller licht toe: "Het is een stapsgewijze aanpak om vertrouwen op te bouwen, prestaties te valideren en aan te sluiten bij lokale regelgeving."
In Kenia werken inmiddels meer dan 200 telers samen met Solynta, variërend van kleinschalige proefprojecten tot grotere commerciële initiatieven. Kenia is tot nu toe het enige land buiten Europa waar het product commercieel is geïntroduceerd. Een Europese introductie staat gepland voor 2026, onder voorbehoud van goedkeuring door de regelgevende instanties. Met zijn hybride pootaardappelen wil Solynta bijdragen aan een betere wereldwijde voedselzekerheid, vooral in gebieden waar traditionele pootaardappelen schaars zijn.
De Keniaanse proeven toonden aan dat de hybride pootaardappelen een veel hogere opbrengst kunnen leveren zonder afhankelijk te zijn van fungiciden. Door meerdere resistentiegenen te combineren, bieden ze bescherming tegen Phytophthora zonder intensief chemisch gebruik. "We zagen opbrengststijgingen van gemiddeld 10 ton tot meer dan 30 ton per hectare op sommige locaties," bevestigt Miller. Deze technologie kan opbrengsten verdrievoudigen en de stabiliteit van het uitgangsmateriaal flink verbeteren.
Tegelijkertijd vormen regelgevingen een grote uitdaging. Miller zegt hierover: "Nieuwe technologieën begrijpen is voor regelgevers vaak lastig." Solynta verwacht deze hobbels te overwinnen door samen te werken met internationale instanties en zo de veilige integratie van hun innovaties binnen bestaande pootaardappelrassen te waarborgen.
