Bij het hervormen van het Douanewetboek van de Unie (DWU) heeft de Europese Unie een belangrijke stap voorwaarts gezet. Op 27 juni jongstleden stemden de lidstaten in met een algemene raadsinzet die de basis vormt voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. Dankzij de intensieve inspanning van Nederland zijn de belangen van het internationaal bedrijfsleven goed verankerd in de inzet.
Voor verladers bevat de algemene raadsinzet zes belangrijke afspraken.
- Meer grip op e-commerce. De ongekende groei van e-commerce zorgt voor grote uitdagingen bij het douanetoezicht. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat e-commerceproducten relatief vaak niet voldoen aan Europese regelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaamheid en intellectueel eigendom. Dit zorgt voor een oneerlijke concurrentiepositie van in de Europese Unie (EU) opererende bedrijven. Dagelijks komen meer dan drie miljoen unieke zendingen e-commercegoederen via Nederland de EU binnen. Het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie schoot tekort in het beheersen van deze goederenstroom. Mede op initiatief van Nederland zijn in de raadsinzet nu structurele maatregelen opgenomen, zoals het stimuleren van bulkimport boven individueel geadresseerde pakketten. Ook is er ruimte gecreëerd voor een handling fee om de lasten en kosten van het toezicht eerlijker te verdelen. Evofenedex heeft dit punt sterk ondersteund en juicht deze aanpassingen toe als bijdrage aan een verbeterd level playing field.
- Mkb behoudt toegang tot douanefaciliteiten en -vertegenwoordigers. Het mkb speelt een vitale rol in de internationale handelsketen. Het Nederlandse kabinet heeft zich, mede op aandringen van evofenedex en andere belangenorganisaties, met succes hardgemaakt voor hun belangen: in de raadsinzet staat dat mkb'ers toegang blijven houden tot douanefaciliteiten zoals de AEO-C-status en blijven douanevertegenwoordigers inzetbaar. Dit is cruciaal voor kleinere exporteurs en importeurs die zelf niet over specialistische kennis of douanesystemen beschikken.
- Logistieke realiteit beter weerspiegeld. Aanpassingen in de logistieke uitvoering zijn onmisbaar voor het behoud van Nederland als doorvoerland voor de internationale handel. In de raadsinzet is onder meer besloten dat de tijdelijke opslagtermijn negentig dagen blijft en niet wordt verkort naar drie dagen zoals eerst was voorgesteld, is de definitie van importeur aangepast en teruggebracht tot één partij die kan verschillen per douaneregeling, en worden export- en wederuitvoerprocedures van elkaar losgekoppeld. Er is ook enige flexibiliteit bij het vervullen van verplichtingen rondom naleving van productregelgeving. Dit ondersteunt een soepele afhandeling van goederenstromen via havens en andere logistieke knooppunten.
- Douaneagentschap en douanedatahub. De komst van een Europees douaneagentschap roept bij veel bedrijven vragen op. Nederland heeft succesvol aangedrongen op duidelijke taken van het agentschap, een beperkte rol van de Europese Commissie en behoud van de operationele uitvoering bij lidstaten. Ook bij de ontwikkeling van de nieuwe Europese douanedatahub zijn waarborgen opgenomen voor digitale soevereiniteit, vertrouwelijkheid en betrokkenheid van het bedrijfsleven. Hiermee wordt een stap gezet richting veilig, datagestuurd douanetoezicht, zonder verlies van nationale zeggenschap.
- Geen boetes bij administratieve afwijkingen. In lijn met de motie-Van Eijk is in de raadsinzet opgenomen dat er geen douaneschuld ontstaat bij overschrijdingen van hoeveelheid of waarde binnen douanevergunningen, zolang er geen sprake is van misleiding of economische voorwaarde. Dit voorkomt onnodige navorderingen en juridische onzekerheid bij administratieve fouten. Voor veel exporteurs is dit een belangrijk punt.
- Geen minimumboetes. Tot slot heeft Nederland het voorstel voor een minimumkader voor douanesancties van tafel gekregen. Lidstaten behouden de vrijheid om zelf te beoordelen of een boete passend is. Deze aanpassing in de raadsinzet laat ruimte voor maatwerk en redelijkheid bij handhaving.
Duidelijke erkenning
Evofenedex ziet in de algemene raadsinzet een duidelijke erkenning van de belangen van internationaal opererende bedrijven. Van mkb'ers tot marktspelers: met dit pakket kunnen verladers blijven opereren binnen een voorspelbaar, efficiënt en proportioneel douanelandschap met een verbeterd level playing field.
Het blijft echter van groot belang bij de onderhandelingen met het Europees Parlement vast te houden aan de Nederlandse inzet. Om de belangen van haar leden goed te vertegenwoordigen blijft evofenedex dit traject nauwgezet volgen door binnen het Overleg Douane Bedrijfsleven deel te nemen aan de werkgroep die zich bezighoudt met de hervorming van het Douanewetboek van de Unie.
Evofenedex bedankt alle bedrijven die tot op heden een actieve bijdrage hebben geleverd aan het hervormingstraject. Ook spreekt de ondernemersvereniging haar grote waardering uit voor de Douane, die het bedrijfsleven via een krachtige, projectmatige samenwerking actief betrekt bij de voorbereiding van deze belangrijke wijziging in het douanelandschap.
Bron: evofenedex