Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Structurele watertekorten leggen kwetsbaarheid van Nederland bloot

"Droogte van morgen vraagt om actie vandaag"

Mei 2025 was een van de droogste meimaanden in decennia. Door een tekort aan neerslag, hoge verdamping en lage rivierafvoer groeien de problemen voor natuur, landbouw en drinkwater. Recente buien en verwachte regen brengen slechts tijdelijk verlichting. Voor structureel herstel is langdurige regenval nodig, aldus Inge de Graaf en Lisanne Nauta van de Wageningen University & Research Earth Systems and Global Change Group.

Het watertekort is in recordtempo opgelopen. Tot halverwege mei is regionaal nauwelijks tien mm neerslag gevallen – fors onder het langjarig gemiddelde van ca. 60 mm. Tegelijkertijd verdampte dagelijks vier tot vijf mm water door de combinatie van veel zon, hoge temperaturen en wind.

Volgens het KNMI behoort mei 2025 inmiddels tot de drie droogste maanden sinds het begin van de metingen. Het actuele neerslagtekort bedraagt circa 130 mm – ruim het dubbele van het gemiddelde (40–50 mm). Daarmee nadert dit jaar het beruchte droogterecord van 1976.

Weinig aanvoer
Inge de Graaf: "De Rijn voert bij Lobith momenteel slechts 1300–1700m³/s aan – ruim onder het langjarig gemiddelde van circa 2000m³/s, en zelfs lager dan tijdens de droge mei van 2018. In een extreem scenario zou de aanvoer komende zomer kunnen dalen tot 700m³/s. Ook de Maas voert weinig aan, met slechts de helft van de gebruikelijke hoeveelheid."

De oorzaak ligt grotendeels in de bovenstroomse gebieden van beide rivieren. In het Rijnstroomgebied, met name in Zwitserland en Zuid-Duitsland, was er deze winter uitzonderlijk weinig sneeuw. Bovendien is het beschikbare smeltwater al vroeg afgevoerd door het warme en droge voorjaar. Neerslag in het voorjaar bleef ook daar sterk achter, wat leidde tot lage bodemvochtigheid en beperkte afstroming. Hetzelfde geldt voor het Maasstroomgebied in de Ardennen en Noord-Frankrijk: weinig sneeuw, geringe regenval en sterk verdroogde bodems.

Nieuwe aanvoer van water wordt pas verwacht als er later in juni substantiële regen valt. De huidige seizoensverwachtingen van het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) en KNMI geven daar echter weinig aanleiding toe: het ziet ernaar uit dat het droog blijft in grote delen van de bovenstroomse gebieden.

Grondwater op kritisch niveau
Ondergronds tekent zich een fundamenteel probleem af: grondwaterstanden zijn in grote delen van Nederland "zwaar tot extreem laag" (Figuur 1). Alleen delen van Zuid-Limburg en de flanken van de stuwwallen zijn de grondwaterstanden gemiddeld voor de tijd van het jaar. Hier reageert het grondwatersysteem traag en is het effect van de natte herfst en winter nog zichtbaar.

© WUR - Droogteportaal.nl

Grondwatertekorten in beeld (30 mei 2025). Deze kaart laat zien waar in Nederland het grondwater veel lager staat dan normaal voor de tijd van het jaar. In veel gebieden is sprake van ernstige of zelfs extreme droogte.

Juist het ondiepe grondwater is van essentieel belang: het voedt beken, vennen, natuurgebieden, én vormt de stille reserve voor landbouw en drinkwater. Bij uitblijvende aanvulling door neerslag valt die buffer weg, met directe gevolgen voor ecosystemen, oogsten en beschikbaarheid van zoet water.

Herstel gaat traag. Zelfs bij flinke neerslag duurt het weken tot maanden voordat water diep genoeg infiltreert om grondwaterstanden daadwerkelijk te herstellen. De buien van eind mei, begin juni, en komende neerslag leveren daarom slechts kortstondige verlichting.

Wat laten de voorspellingen zien?
Lisanne Nauta: "Onze onderzoeksgroep levert bijdragen aan de langetermijnverwachtingen van het ECMWF, waarbij we specifiek kijken naar rivierafvoeren in Europa voor de komende maanden. Voor mei en juni laten de prognoses zien dat in grote delen van Europa de afvoeren onder het langjarig gemiddelde liggen (Figuur 2). Dit geldt nadrukkelijk ook voor de bovenstroomse gebieden van de Rijn en de Maas, waar een combinatie van een droge winter, geringe sneeuwval en beperkte lente-neerslag leidt tot sterk verminderde toevoer."

"In Zuid-Europa – met name Spanje, Portugal en delen van Italië – zien we juist iets hogere afvoeren, vooral veroorzaakt door lokale en intensieve regenval", volgens Nauta. "Deze zijn echter regionaal beperkt en bieden geen compensatie voor het bredere beeld van droogte in Midden- en Noordwest-Europa."

© WUR
Verwachte rivierafvoer in Europa in mei-juli 2025. De figuur toont de gemiddelde verwachte rivierafvoer (Ensemble Median) ten opzichte van het langjarig gemiddelde. Grote delen van Europa, waaronder de bovenlopen van de Rijn en Maas, vertonen duidelijk lagere afvoeren dan normaal. Ook de bovenstroomse gebieden laten verminderde afvoeren zien. Deze verwachting is gebaseerd op simulaties met het grootschalige hydrologische model VIC-WUR.

De Graaf: "De 'tercile-percentile'-analyse, waarmee we de verwachte afvoer afzetten tegen historische verdelingen, bevestigt dat we momenteel ruim onder normaal zitten. Hoewel de modellen een lichte verbetering voorspellen, is er geen sprake van een structureel herstel. De kans op een natte omslag blijft voorlopig klein."

© WUR
Kansverdeling van rivierafvoer in de categorieën laag, normaal en hoog (Tercile Probability). De tercielverdeling van de verwachte afvoer wijst op een verhoogde kans op (zeer) lage rivierafvoeren in Midden- en Noordwest-Europa. Dit duidt op een aanhoudend droogterisico in de regio. De analyse is gebaseerd op modelresultaten van het grootschalige hydrologische model VIC-WUR.

Vooruitblik: weinig hoop op herstel
De seizoensverwachtingen van KNMI en ECMWF geven volgens De Graaf en Nauta weinig reden tot optimisme. Integendeel: het neerslagtekort zal waarschijnlijk verder oplopen. De zomer van 2025 dreigt gekenmerkt te worden door aanhoudende droogte, verhoogde kans op hittegolven en oplopende temperaturen. Daarmee zou 2025 zelfs droger kunnen worden dan het beruchte droogtejaar 2018, dat pas later in het seizoen op gang kwam.

In natuurgebieden wordt de droogtestress zichtbaar: heide droogt uit, vennen vallen versneld droog en kwelafhankelijke beekdalen verliezen hun aanvoer. Ook in de landbouw nemen de zorgen toe. Jonge gewassen staan onder druk; op sommige plekken zijn al onttrekkingsverboden van kracht. Bij aanhoudende droogte is directe gewasschade onvermijdelijk, met blijvend opbrengstverlies tot gevolg.

De watervoorziening komt eveneens onder druk: zo'n 60% van het Nederlandse drinkwater komt uit grondwater. In delen van Brabant, Utrecht en Gelderland worden bij winpunten kritische niveaus benaderd. Waterbedrijven treffen voorzorgsmaatregelen en roepen op tot bewust gebruik. In kustgebieden dreigt verzilting, waar zout grondwater het zoete systeem binnendringt.

Structurele droogte vraagt om structurele oplossingen
De Graaf: "Wat we nu zien is niet alleen een tijdelijk neerslagtekort, maar een symptoom van structurele droogte onder een veranderend klimaat. Onze onderzoeksgroep, actief op het snijvlak van hydrologie, klimaat en adaptatie, herkent hierin een duidelijk patroon: langere droge periodes, snellere verdamping, extremere pieken, en gelijktijdige tekorten in grond- én oppervlaktewater."

Het watersysteem in Nederland is nog niet ontworpen op deze mate van droogte en snelheid van verandering. Het vraagt volgens De Graaf om robuuster waterbeheer: beter vasthouden van water in natte periodes, integratie van grondwater en oppervlaktewater in beleidsmodellen, en adaptatiestrategieën die rekening houden met toekomstige extremen.

Inge de Graaf: "We zijn nog lang niet uit de gevarenzone. Juist nu is het moment om van noodmaatregelen door te schakelen naar structurele verandering in het waterbeheer. Alleen zo kan Nederland weerbaarder worden tegen de droogte van morgen."

Bron: WUR

Publicatiedatum: