Op 16 mei bezocht de Franse minister van Landbouw, Agnès Pannier-Runacher, het hoofdkantoor van APEF in Arras voor een ontmoeting met witloftelers. Geconfronteerd met de terugtrekking van drie gewasbeschermingsmiddelen proberen witloftelers oplossingen te vinden. Pierre Varlet, directeur van de Association des Producteurs d'Endives de France, maakt de balans op.
Agnès Pannier-Runacher in Hauts-de-France op 16 mei. Dit bezoek is "een voortzetting van de discussies die we hebben gevoerd sinds ze in de regering zit. Zij is onze belangrijkste contactpersoon in deze kwestie", legt de directeur uit / © Communauté urbaine d'Arras
Bonalan en Safari zijn klaar
Sinds enkele maanden trekken de producenten voortdurend aan de bel over hun situatie. Afgelopen februari kwamen bijna 350 mensen bijeen op het hoofdkantoor van de regio Hauts-de-France om de problemen en vraagstukken van de sector te bespreken en "de gekozen vertegenwoordigers bewust te maken van onze moeilijkheden". Door een gebrek aan zichtbaarheid beginnen producenten veel vragen te stellen over de strategie die ze volgend jaar moeten volgen." Benfluralin (Bonalan) en Triflusulfuron-methyl (Safari), gebruikt om het onkruid ganzenvoet te bestrijden, zijn nu verboden. Spirotetramat (Movento), dat wordt gebruikt tegen Adelges tsugae, een sapzuigende bladluis, zou dit jaar voor het laatst worden gebruikt, maar de overheid heeft de respijtperiode verlengd tot oktober 2025, waardoor het nog een jaar langer kan worden gebruikt.
Viballa op proef 
"Tot nu toe hebben we nog geen oplossingen. Hoewel het aantal proeven toeneemt (er zijn momenteel 40 proeven met 9 verschillende moleculen), zijn de resultaten tot nu toe niet overtuigend. "We hebben een egalisatiefonds opgericht om onze producenten aan te moedigen grootschalige proeven op hun velden uit te voeren", legt Pierre Varlet uit. Dankzij €96.000 aan staatssteun testen de witlooftelers momenteel Viballa (halauxifen-methyl), dat wordt gebruikt op zonnebloemen. Als de proeven succesvol zijn, zou het middel al in 2025 toegelaten kunnen worden. De APEF roept ook dienstverleners op om andere proeven uit te voeren, waardoor de kansen toenemen.
Andere oplossingen?
Het APEF kijkt ook naar wat er in de buurlanden wordt gedaan. De vereniging zou gebruik kunnen maken van de wederzijdse erkenningsprocedure (Europese verordening uit 2009), waardoor witloftelers een product kunnen gebruiken dat in een andere lidstaat is toegelaten, zoals pendimethalin, dat in België is toegelaten.
Een andere mogelijkheid is steun in het kader van het PARSADA-plan (strategisch actieplan om te anticiperen op het mogelijk uit de handel nemen van werkzame stoffen in Europa en de ontwikkeling van alternatieve gewasbeschermingstechnieken), met een budget van 146 miljoen euro per jaar gedurende 5 jaar, en in het bijzonder het Déserherbendive-project dat in januari van dit jaar is ingediend om experimenteel werk te financieren.
Witloftelers beëindigen momenteel het seizoen "met een vrij laag aanbod en stevige prijzen die standhouden. We hopen op beter weer zodat we weer kunnen beginnen met zaaien, hoewel we nog niet klaar zijn", legt de directeur van de APEF uit, die aanwezig zal zijn op de landbouwbeurs Terres en Fête in Tilloy-Les-Mofflaines (bij Arras) op 7, 8 en 9 juni.
Voor meer informatie:
Pierre Varlet
APEF
2, rue des Fleurs
62000 Arras, Frankrijk
Tel: +33 (0)3 21 07 89 89
[email protected]