De binnenlandse vraag naar dragonfruit in Brazilië remt de export, aangezien de consumptie van het fruit de afgelopen jaren aanzienlijk is gegroeid in het land. "Door marketingcampagnes, promotie van het fruit in supermarktketens en op televisie, heeft het fruit aan populariteit gewonnen bij Braziliaanse consumenten," zegt Ricardo Martins van Epagri, een bedrijf voor landbouwkundig onderzoek en plattelandsontwikkeling in Zuid-Brazilië.
Gegevens verzameld door Ceagesp - het Centrum voor Groenten- en Fruitvoorziening van São Paulo - wijzen op een groei van meer dan 70% in de verkoop van het fruit in de afgelopen jaren. Martins zegt dat deze gegevens het potentieel van de teelt voor familiebedrijven weerspiegelen, alsook als een kans om de activiteiten op het platteland te diversifiëren. "De goede binnenlandse vraag ligt gemiddeld op $2 dollar per kg, vergelijkbaar met exportprijzen. Vanwege deze goede prijzen hebben we niet veel dragonfruit om te exporteren. We hebben gezien dat pitaya op kleine arealen wordt geteeld, maar er is een groot potentieel voor het fruit om op grotere oppervlakten geteeld te worden, gezien de kans op export en industrialisatie," zegt Martins.
De belangrijkste telers van dragonfruit in Zuid-Amerika zijn Brazilië, Peru en Ecuador, waarbij het laatstgenoemde land de teelt leidt. "We hebben gezien dat in kleinere landen zoals Peru en Ecuador de teelt zeer gericht is op export, maar in Brazilië is de situatie anders, omdat de binnenlandse markt zeer sterk en concurrerend is met veel afzet als gevolg. Echter, met de toename van het aanbod van fruit, hopen we dat Brazilië zal beginnen met exporteren, omdat in dit geval het mogelijk is om nog meer waarde aan het fruit toe te voegen," zegt Martins.
In Brazilië is de Vereniging van Pitayatelers van Brazilië (APPIBRAS) de belangrijkste vereniging die telers vertegenwoordigt. Ze heeft een sleutelrol gespeeld bij het promoten van het fruit door middel van evenementen en symposia.
Voor meer informatie:
Ricardo Martins
Epagri
rsmartins00@yahoo.com.br