Het einde van het Midden-Europese slaseizoen was in zicht en dit was merkbaar om verschillende redenen. Aan de ene kant was er een afname in de aanvoer vanuit Duitsland, België en Nederland, en aan de andere kant voldeed de kwaliteit niet langer aan de verwachtingen. Dit leidde ertoe dat voor botersla en ijsbergsla in sommige gevallen aanzienlijke prijsverschillen werden vastgesteld. Volgens gegevens van de BLE werd deze trend verder versterkt door enkele dagen van afwezigheid van bepaalde oorsprongsgebieden en door retourzendingen vanuit de retail. Aanbod met overtuigende kwaliteit, soms afkomstig van gecontroleerde teelt, werd vaak tegen een hogere prijs aangeboden.
© BLE
Spaanse producten domineerden de markt en waren populair vanwege hun aantrekkelijke prijs. Bonte slasoorten waren voornamelijk afkomstig uit Duitsland, terwijl Belgische partijen de schappen in de winkels aanvulden. De afzet bleef stabiel, hoewel de prijzen schommelden en uiteindelijk licht daalden. Het seizoen begon met de beschikbaarheid van de eerste Italiaanse andijvie in steden als Hamburg, Frankfurt en München.
Klik hier voor het volledige markt- en prijsrapport
Appelen
Duitse producten bleven prominent aanwezig en wonnen opnieuw aan populariteit. Elstar, Jonagold, Boskoop, Royal Gala en Wellant vormden de kern van het beschikbare assortiment. De vraag naar Braeburn en Topaz nam toe, terwijl de vraag naar Pinova afnam. Italië was voornamelijk actief in het aanbieden van Royal Gala en Granny Smith.
Peren
Santa Maria, Abate Fetel en Williams Christ waren de voornaamste perensoorten uit Italië. In steden als München en Hamburg stegen de prijzen van Italiaanse peren als gevolg van toenemende kosten. In Frankfurt was er weinig interesse vanwege de hoge prijzen, terwijl de handel in Berlijn rustig verliep.
Druiven
Italiaanse aanvoer domineerde, gevolgd door de Turkse Sultana die qua volume het dichtst in de buurt kwam. De waarderingen gingen meestal omhoog, als gevolg van de grotere beschikbaarheid van fruit in winterverpakkingen en door de toegenomen vraag.
Mandarijnen
Bij de mandarijnen domineerden nog steeds de late Zuid-Afrikaanse rassen zoals Nadorcott, Orri en Tango. Spaanse vroege variëteiten volgden qua volume. Import uit Peru en Italiaanse vroege primasoles hadden een aanvullend karakter. De clementines waren uitsluitend Spaans, zoals Oronules, Clemenrubi of Marisol.
Citroenen
De Spaanse aanbiedingen wonnen aan belang, maar dit had een negatieve invloed op de prijzen. Geïmporteerd product uit Zuid-Afrika bleef echter domineren en was meestal even duur als de week ervoor.
Bananen
Vraag en aanbod waren voldoende op elkaar afgestemd. Handelaren hadden dan ook zelden reden om hun eerdere prijzen aan te passen. Alleen in Frankfurt en München werd het topmerk duurder.
Bloemkool
Duitse aanvoer overheerste eigenlijk, alleen in Berlijn waren er vooral Nederlandse en Poolse partijen. Aanvoer uit Italië steeg enorm, Belgische leveringen maakten het assortiment compleet. Het Duitse seizoen kwam in de eindfase.
Komkommer
Er waren leveringen beschikbaar uit Spanje, Nederland, Duitsland, België en Griekenland, waardoor er keuzemogelijkheden waren uit verschillende herkomstgebieden. Griekse producten waren echter beperkt tot München. De kwaliteit was niet altijd overtuigend, aangezien op sommige plaatsen zowel de Spaanse als, in sommige gevallen, de Duitse producten enige kwaliteitsproblemen vertoonden.
Tomaten
Het aanbod werd nog steeds gedomineerd door Nederlands en Belgisch product, waarvan het belang echter over het geheel genomen was afgenomen. Turkse trostomaten wonnen aan belang en ook ronde tomaten uit Turkije speelden een steeds belangrijkere rol. Italië leverde vooral kerstomaten, Marokko ronde tomaten.
Paprika
Nederlandse, Spaanse en Turkse producten vormden de basis van het assortiment. De prijzen vertoonden vaak een opwaartse trend. Sommige prijsstijgingen waren zeer sterk. De stijgende prijzen werden veroorzaakt door een verminderde beschikbaarheid, maar ook door hogere kosten.
Bron: BLE