Een langetermijnonderzoek van Agroscope heeft voor de eerste keer de ecologische, agronomische en economische sterke en zwakke punten van vier verschillende teeltsystemen experimenteel onderzocht. De biologische landbouw staat wat betreft milieuprestaties aan kop. Wat betreft de productiviteit blijft ze echter nog steeds achter bij de conventionele landbouw.
Bio-levensmiddelen zijn in Zwitserland gemiddeld zo'n 50 procent duurder dan conventioneel geteelde levensmiddelen. De concrete voordelen van bio-producten voor het milieu lieten zich tot nu toe echter niet precies kwantificeren. Nu levert een onderzoeksteam onder leiding van Agroscope voor het eerst cijfers op dit gebied. In een meer dan tien jaar durend langetermijnonderzoek hebben ze systematisch onderzocht hoe vier verschillende akkerbouwsystemen (conventioneel geploegd tot biologische met gereduceerde ploeginzet) zich uitwerken op milieuvriendelijkheid, productiviteit en economie. De resultaten werden onlangs in het gerenommeerde vakblad 'Science Advances' gepubliceerd.
Foto: Agroscope, Raphaël Wittwer
Grote verschillen gemeten
Volgens het onderzoek zijn biologische teeltmethodes en teeltmethodes die de grond ontzien gunstig voor milieuaspecten die voor de landbouw belangrijk zijn, bijvoorbeeld biodiversiteit, grond, water en lucht. Biologische akkerbouwsystemen zijn gemiddeld dubbel zo goed voor het milieu als de conventionele landbouw met ploeg. "Wanneer men alle milieu-uitwerkingen bekijkt, loopt biologische teelt duidelijk voorop", zegt onderzoeksleider Marcel van der Heijden van Agroscope. Het meest opvallend zijn de verschillen op het gebied van biodiversiteit. Een veld waarop volgens bio-richtlijnen geteeld wordt vertoont een 230 procent hogere bovengrondse plantenbiodiversiteit dan een veld waarop conventioneel geteeld wordt. "Ook voor het bodemleven zijn de biologische en ploegloze teeltwijze gunstiger. Zo vonden we 90 procent meer regenwormen in bio-percelen en zelfs 150 procent meer in percelen zonder ploeginzet", vertelt Marcel.
Minder erosie in de biologische landbouw
De hierboven genoemde verschillen bestaan in alle akkerculturen - vooral vanwege de inzet van chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen en kunstbemesting. De resultaten laten zien dat deze zich ook in de ecotoxiciteit neerslaan.
In de biologische landbouw, die geen gebruikmaakt van chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen, is ze 81 procent lager. Een andere belangrijke factor is de inzet van de ploeg. "Wanneer men de grond openbreekt, stelt men de grond bloot aan erosie door wind en water", zegt Raphael Wittwer, eerste auteur van het onderzoek. Ten opzichte van conventioneel geploegde grond scoren de gereduceerde ploeginzet en de twee biologische teelttypes beter met 46 tot 93 procent minder erosie.
Oogstopbrengst is de achilleshiel van biologische teeltsystemen
Het jarenlange onderzoek bevestigt dat de biologische landbouw (geploegd en ongeploegd) minder productief is. Zo lag de oogst gemiddeld 22 procent lager dan bij conventionele teeltmethodes met ploeg. Dat ligt onder andere ook aan het verbod op het gebruik van kunstbemesting en chemisch-synthetische gewasbeschermings-middelen. "Op dit gebied heeft de biologische landbouw nog een groot verbeteringspotentieel", zegt Raphael. Dit reikt van de gewassenteelt van resistente soorten, via een verbeterde biologische gewasbescherming tot aan plaatsgebonden specifieke bemesting.
Het onderzoek toont aan: alle vier onderzochte teeltsystemen hebben voor- en nadelen. De biologische teelt en de directzaaimethode die de grond ontziet zijn echter uit systemisch oogpunt evenwichtiger wat betreft oogstopbrengst en milieueffecten. Uiteindelijk hangt de beoordeling ervan af hoeveel gewicht men de verschillende ecosysteemdienstverleningen toekent en welke doelen er bereikt moeten worden. Dit onderzoek toont mogelijke koersen.
Uniek langetermijnonderzoek
Het onderzoek vond op een circa één hectare grote akker buiten Zürich plaats. Het veld is onderverdeeld in 128 kleine percelen, waarbij op elk perceel een bepaalde teeltmethode getest wordt. Daartoe horen de conventionele landbouw met ploeg, de conventionele landbouw zonder ploeg, de biologische landbouw met ploeg en biologische teelt met gereduceerde grondbewerking. De gewasrotatie was als volgt: wintertarwe, maïs, bonen, wintertarwe, gras-klaver en nogmaals gras-klaver (jaar zes). Het onderzoek loopt sinds twaalf jaar en wordt nog minstens zes jaar voortgezet. "Onderzoeken gedurende zo een lange tijdsperiode zijn wereldwijd zeer zeldzaam en een grote kracht van Agroscope, aangezien we het hele systeem onderzoeken", zegt Marcel. Verdere onderzoeken op bedrijfsniveau en op andere standplaatsen moeten de verkregen resultaten aanvullen.
Het onderzoek is hier te vinden.