Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

ULO-bewaring biedt perspectief voor uienteelt, maar is duur

De ULO-bewaring van uien biedt perspectief, maar is wel duur. Ook was er een sterke toename van de spruiting te zien tijdens een milde transportsimulatie aansluitend aan de lange bewaring. Dit blijkt uit eenjarig onderzoek naar alternatieven voor de toepassing van de kiemremmer MH. In het vervolgonderzoek wordt aandacht besteed aan de optimalisatie van de ULO condities. Daarbij wordt ook gezocht naar combinaties van maatregelen.

Eind oktober 2020 is een eerste bewaarproef gestart met zaaiuien van vijf rassen uit de rassendemo van Agrifirm, zoals die gerealiseerd is bij Wageningen University & Research in Lelystad. De uien waarvan een deel met MH was behandeld en een deel niet zijn opgeslagen in de bewaarfaciliteit van Wageningen University & Research in Randwijk. Dat gebeurde bij verschillende condities:

  1. Constant lage temperatuur (0.5°C)
    Stapsgewijze verlaging van de temperatuur (2 maanden bij 5°C,
  2. 2 maanden bij 2°C en vervolgens bij 0.5°C)
    ULO (3% O2 en minder dan 2.5% CO2) en bij constant lage temperatuur (0.5°C)
    In maart en in juni 2021 zijn de uien, zowel direct uit de bewaring als na een vier weken durende transportsimulatie bij
  3. 6°C, beoordeeld op algemene kwaliteitseigenschappen en spruiting. Pas na de transportsimulatie, gestart in juni, zijn uitwendig zichtbaar gespruitte uien waargenomen.

De verschillende condities vertoonden dit bewaarseizoen een significant verschillend effect op het percentage spruiting en ook op de mate van spruiting. De ULO-bewaring stak hierbij het meest gunstig af ten opzichte van de andere alternatieven. Het effect van de condities was voor beide beoordelingsmomenten vergelijkbaar, maar het percentage spruiting lag bij de beoordeling in maart tot 50% lager.

Behalve voor de MH-behandelde uien nam het percentage gespruite uien tijdens de transportsimulatie met tenminste 20% toe. De waargenomen verschillen tussen de behandelingen, direct na bewaring, bleven tijdens de transportsimulatie in stand. De kwaliteit van de uien in termen van hardheid, aantasting door ziekte of anderszins verschilde niet sterk tussen de aangelegde condities. De rassen bleken onderling zeer vergelijkbaar te reageren.

Bron: Uireka

Publicatiedatum: