Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Erik van Haarlem:

"Huisvesting seizoensarbeiders beter op eigen terrein"

Er zou een beter onderscheid gemaakt moeten worden tussen het huisvestingsbeleid voor seizoensarbeiders en voor arbeidsmigranten, meent Erik van Haarlem, peren- en appelteler in Buurmalsen, ambassadeur van Fruitpact en NFO-bestuurslid.

Van Haarlem: ‘Martijn Donker van NFO, die betrokken is bij overleg over de huisvesting van seizoensarbeiders en arbeidsmigranten, vatte het plan op om het landelijke Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten op enkele fruitbedrijven uit te nodigen. Doel was dat fruittelers hun huisvesting konden laten zien en hun mening over huisvesting voor seizoensarbeiders konden geven.’ De peren- en appelteler heeft vier keer per jaar seizoensarbeiders op zijn bedrijf. In het snoeiseizoen, tijdens het bomen planten in het voorjaar, in de zomer voor de dunning van het fruit en tijdens de oogst. ‘Alleen tijdens de oogst heb ik veel mensen nodig. We hebben een bedrijf met honderd hectare boomgaard en dat betekent voor de pluk honderd seizoensarbeiders. Tijdens die oogst bezochten twee leden van het Aanjaagteam ons. We hebben op verschillende bedrijfslocaties huisvesting die meestal door familieleden gedeeld wordt, met daarnaast een gezamenlijke woonkamer, een gezamenlijke keuken met eigen fornuis, gedeelde douches en toiletten en een fitnessruimte.’

Van Haarlem meent dat er wat betreft huisvesting een onderscheid gemaakt moet worden tussen seizoensarbeiders die hier zes of zeven weken zijn voor bijvoorbeeld de pluk en arbeidsmigranten die hier voor een langere periode verblijven of permanent willen blijven. ‘Bij arbeidsmigranten die (langer) blijven begrijp ik dat het van belang is dat ze Nederlands leren en eigen woningen krijgen met meer ruimte en luxe. Maar de mensen die hier zo’n zes, zeven weken komen plukken hebben vaak ook werk in Polen. Ik vind huisvesting voor seizoensarbeiders op eigen terrein de ideale situatie. Ze spreken geen Nederlands, waardoor het prettiger is om met elkaar te verblijven. Bovendien leg je met dit soort huisvesting geen beslag op huurwoningen. Seizoensarbeiders hebben ook geen behoefte aan een eigen woning. Omdat ze maar een korte periode hier zijn willen ze niet veel uitgeven aan huisvesting, zodat ze meer van hun salaris overhouden. Tijdens een pandemie is het bovendien prettig dat ze weinig reisbewegingen maken en dat wij als werkgevers ook kunnen zorgen dat ze de richtlijnen van de overheid wat betreft Covid-19 aanhouden. Dit jaar hebben we de huisvesting vaker en met desinfecterende middelen schoon laten maken. Ik had ook extra units gehuurd, zodat werknemers daar in quarantaine konden. Maar gelukkig heeft niemand Covid-19 gehad.’

De fruitteler: ‘Het Aanjaagteam spreekt over een ‘eenzijdige afhankelijkheidsrelatie’. Maar ik vind een goede band met de seizoensarbeiders en een prettige sfeer ook van belang. Je wilt immers ook dat ze weer terugkomen. Zo spreek ik zelf Pools. Dat is niet alleen van belang tijdens het werk, maar soms ook nodig om voor hen te kunnen vertalen als er bijvoorbeeld medische hulp nodig is. We wilden tonen dat fruittelers hun huisvesting meestal goed op orde hebben. Het is vooral de uitzendbranche die veel arbeidsmigranten, vaak tegen hoge huren, samen in een woning onderbrengt en ze verplicht om betaald van bepaald vervoer naar hun werk gebruik te maken. Onze huisvesting is zeven jaar geleden gerealiseerd in samenspraak met ambtenaren van de toenmalige gemeente Geldermalsen. We mochten en mogen tot nog toe maximaal tweehonderd vierkante meter van het fruitbedrijf gebruiken voor huisvesting. Ik vind dat onlogisch omdat hetzelfde geldt voor bedrijven met maar vijf hectare fruitteelt. De gemeentelijke richtlijn is dat we tien vierkante meter ruimte per seizoensarbeider aanbieden. Die regels voor huisvesting verschillen momenteel per gemeente, terwijl ik denk dat die voor alle gemeenten gelijk zouden moeten zijn. Maar een aanbeveling als vijftien vierkante meter per persoon zoals het landelijke Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten dit jaar geformuleerd heeft, vind ik een onnodige regel. Ook de seizoensarbeiders zelf vinden bij een kort verblijf lage kosten van belang.’

Bron: Fruitpact

Publicatiedatum: