Volgens Cedric Porter, redacteur van het tijdschrift World Potato Markets, heeft het coronavirus een grote invloed gehad op de wereldwijde aardappelsector sinds de ontdekking en verspreiding van het virus eerder dit jaar.
Covid-19 was in opmars toen telers op het noordelijk halfrond zich voorbereidden op het poten van hun aardappelen. Veel telers in Europa en Noord-Amerika pootten meer tafelrassen als reactie op de toegenomen vraag van de consument, aangezien zij door de lockdowns werden gedwongen om vaker thuis te blijven en thuis te koken. Tegelijkertijd werd de horeca in het algemeen over de hele wereld stilgelegd, waardoor het areaal van industrieaardappelen afnam: de vraag naar dit soort aardappelen daalde sterk.
Dit betekende dat de Amerikaanse aardappelproductie met minstens 5% daalde, terwijl de aardappelverwerking met meer dan 10% daalde. Tegelijkertijd steeg de totale productie in de vijf West-Europese landen met de grootste aardappelteeltgebieden, zijnde België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, met ongeveer 4% ten opzichte van vorig jaar. Frankrijk en Duitsland compenseerden daarbij ruim de lichte daling in Nederland en Groot-Brittannië.
Door de crisis is de consumptie van tafelaardappelen in april en mei in veel landen met 20% gestegen. Naarmate de coronabeperkingen afnamen, daalde ook de consumptie van tafelaardappelen in huishoudens. In september was de consumptie slechts marginaal hoger dan in het voorgaande jaar.
