Recente studies stelden de werking van broccolisupplementen in vraag, die kankervoorkomende componenten zouden bevatten. Maar dit is zo zeker nog niet, hoewel de supplementen volgens industrie-experts niet ineffectief zijn.
Het weefsel van kruisbloemige groenten, zoals broccoli, bloemkool en kool, bevatten een hoog niveau van de plantchemicaliën glucosinolaat. Deze worden gemetaboliseerd in het lichaam tot isothiocyanaat (zoals sulforafaan), die sterke antikankermiddelen zouden zijn.
Wanneer ze rauw of lichtgekookt worden gegeten, kan een enzym in de broccoli die myrosinase wordt genoemd, de glucosinolaten afbreken in twee waardevolle verbindingen voor intensief onderzoek - sulforafaan en erucin. De enige bronnen die we hebben voor dit enzym, komen van de plant zelf, of van onze eigen microflora.
Recentelijk hebben onderzoekers van de Universiteit van Illinois en Oregan State afzonderlijk in vraag gesteld of het ontbreken van myrosinase in veel van de commercieel beschikbare broccolisupplementen hun vermogen om in sulforafaan te voorzien, ondermijnt. Sommige mensen hebben geopperd dat pH een rol zou spelen en dat het nemen van de broccolisupplementen bij een glas sinaasappelsap, niet de beste aanpak zou zijn.
Vooraanstaand broccolionderzoeker dr. Elizabeth Jeffery van de Universiteit van Illinois (afdeling Voedselwetenschap en Menselijke Voeding) vertelde dat de suggestie dat pH de sulforafaanproductie van broccolisupplementen (al dan niet ingenomen met sinaasappelsap) zou beïnvloeden, niet de grootste zorg bij het nemen van deze supplementen is.
“Het probleem is het gebrek aan het broccoli-enzym myrosinase, waardoor geen metabolisme van glucosinolaten ontstaat en er geen sulforafaan wordt gemaakt. Er moet dus een product komen dat zowel voorziet in myrosinase als in glucosinolaten, want dan maak je vroeg in het digestieve proces sulforafaan aan, absorbeer je het, en profiteer je ervan.”